De preek over ons als asielzoekers

bij 1 Petrus 2:11-25, sermon in English below

Priesters van onze Heer Jezus Christus,

Dominee Nienke leerde ons vorige week dat wij onszelf zo mogen voorstellen. Als priesters. Wat doe jij in je dagelijks leven? Ik ben een priester van Jezus. We prijzen God namens onze buren die dat zelf niet doen. En we bidden voor onze buurt, brengen alles bij God.

Maar, Petrus heeft nog een verassende manier waarop je je zou kunnen voorstellen.

Wie ben jij? Mijn naam is Robert Stigter, ik ben asielzoeker.

Als priesters van Jezus zijn we ook vreemdelingen, schrijft Petrus. Asielzoekers. Dan moet ik hieraan denken: Ter Apel, afgelopen zomer. Mensen die buiten slapen. Tenten werden afgepakt want het mocht geen tentenkamp worden. Mensen die gebruik moeten maken van wc’s die niet werden schoongemaakt. Mensen die nog steeds van hot naar her worden gesleept, want voor hen is geen plaats in de herberg.

Het is bewonderenswaardig dat zo weinig asielzoekers rotzooi trappen. Als je zo onmenselijk wordt behandeld, wordt je vanzelf steeds minder mens. Ga je je steeds minder menselijk gedragen. Elkaar als concurrent zien. Voordringen, stelen. Dat is wat onmenselijke omstandigheden met mensen doen.

Petrus moet bij dat woord asielzoekers of vreemdelingen vooral denken aan de diaspora. Dat zijn Joodse volksgenoten al eeuwenlang verspreid woonden door het hele Romeinse rijk. Soms gedwongen door geweld en deportatie, soms op zoek naar economische mogelijkheden. Maar in elke stad in het Romeinse Rijk die wat voorstelde woonde een Joodse minderheid.

En op een zelfde manier zijn christenen in de tijd dat Petrus schrijft een piepkleine minderheid. Ze zitten overal, maar met hele kleine clubjes. Herkenbaar voor ons denk ik. Want overal ter wereld groeit de kerk. Maar bij ons, in West-Europa zijn we een kleine minderheid geworden. We zijn een klein clubje asielzoekers.

Hoe moet je dan kerk zijn? Als je een hele kleine minderheid bent? Dat is een belangrijke vraag. Wat doet het met je? Als mensen je bespotten omdat ze vooroordelen over je hebben. Als mensen geen idee hebben wat geloven en kerk-zijn inhoud en hun schouders er over op halen. Als je zo klein bent dat je totaal niet relevant lijkt te zijn. Deze brief van Petrus kan ons daar veel over vertellen.

Het eerste dat Petrus doet is ons waarschuwen.

11daarom vraag ik u dringend niet toe te geven aan wereldse begeerten, die uw ziel in gevaar brengen

Als je een kleine minderheid bent, ga je je vanzelf gedragen zoals de meerderheid. Integreren, noemen we dat bij asielzoekers. Van nature ga je je vanzelf gedragen zoals de mensen waar je mee omgaat. Dat kun je proberen te voorkomen, bijvoorbeeld door alleen naar christelijke scholen te gaan, christelijke kranten te lezen, en christelijke muziek te luisteren. Maar dat is een tactiek die bij ons niet meer werkt, denk ik. In Delfgauw zijn wij zo’n kleine minderheid, dat het geen zin heeft ons terug te trekken in een kerkelijke bubbel.

Maar neem wel de waarschuwing van Petrus serieus: als je niet oplet ga je je net zo gedragen als de meerderheid. Het is normaal gedrag om niet naar de kerk te gaan, om wel alles te kopen wat je in reclames tegenkomt, om je hele dag te vullen met het kijken op je telefoon. Daarin moeten we niet meegaan met de wereld waarin we als kleine minderheid van asielzoekers leven.

Wat dan wel? Ergens is het heel simpel:

12Leid te midden van de heidenen een goed leven, opdat zij die u nu voor misdadigers uitmaken, door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen op de dag waarop Hij komt rechtspreken.

Doe het goede. En het voordeel van onze tijd ten opzichte van de tijd van Petrus is dat wat gezien wordt als het goede in onze tijd nog steeds diep gestempeld is door het christelijk geloof.

De Romeinse wereld waar Petrus in leeft lijkt wel op de wereld van de serie Arcadia. Het is een wereld waarin het gaat om prestaties, of je wel uit de juiste familie komt. Je krijgt wat je verdient. Het was een hele harde wereld van ongelijkheid. Waarin de sterken de zwakken vertrapten.

Het goede, alles van Gods nieuwe wereld, dat is het tegenovergestelde: iedereen behandelen als gelijke, als mede evenbeeld van God. Zorg dragen voor wie het moeilijker heeft. Vergeven in plaats van wraak nemen. Je aan elkaar onderwerpen in plaats van proberen je boven elkaar te verheffen.

Dat goede leven dat is een leven in vrijheid.

16Handel als vrije mensen

Gedraag je niet meer als slaven van deze wereld. We zijn door Jezus bevrijdt uit de slavernij van Egypte. We hoeven ons niet meer aan de afgoden te onderwerpen. Je bent vrij, gedraag je daarnaar!

Maar hoe ga je dan om met die vrijheid? En daar wordt het echt spannend.

17Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.

Petrus heeft regelmatig in de gevangenis gezeten. Hij is aan het eind van zijn leven waarschijnlijk gekruisigd op bevel van de Romeinse keizer. En toch roept Petrus ons op om de keizer en het gezag te respecteren. Dat is een diepe lijn in het vroege christendom. Een slechte overheid is nog altijd beter dan chaos. Ook een slechte overheid moet je respecteren.

Daar tegenover staat dat goede overheid respect heeft voor haar onderdanen, ook als ze helemaal in Groningen wonen of als het asielzoekers zijn.

En gelukkig hebben wij veel vrijheid. We zijn vrij om te geloven, om te stemmen, om een school te kiezen. We hebben zoveel meer vrijheid dan die eerste christenen in de tijd van Petrus. Onze overheid is niet fantastisch, maar probeer maar eens een paar landen te noemen waar de overheid het beter voor elkaar heeft.

Vergelijk dat maar eens met de eerst christenen. Veel van de eerste christenen waren slaven. Dus het is niet zo gek dat Petrus hen in het vervolg specifiek hen toespreekt. Maar zijn boodschap voor slaven is op het eerste gezicht helemaal geen goed nieuws.

18Slaven, erken het gezag van uw meesters en heb ontzag voor hen, niet alleen voor goede en vriendelijke, maar ook voor slechte.

Ook hier is Petrus weer heel realistisch. Hij had wel kunnen zeggen: slaven, jullie zijn vrij in Christus, in Gods ogen zijn jullie net zo belangrijk als jullie meesters, dus kom in opstand! Maar dat had de tot slaaf gemaakte christenen niet geholpen. Ze zouden net als Jezus zijn gestorven aan een kruis, en zonder positieve impact op de wereld.

Petrus roept hen op om zich aan de slavenhouders te onderwerpen, maar dan wel vanuit die vrijheid die ze in Christus hebben. Zoals Maarten Luther het zo prachtig schreef:

een christen is vrij van iedere heer, en een christen is ieders slaaf.

Je bent vrij door Jezus en vanuit die vrijheid geroepen om de ander te dienen.

En dat is niet makkelijk geweest voor die christelijke slaven. Ze werden uitgebuit, verkracht, behandeld als voorwerpen. Alleen als ze op zondag stiekem bij elkaar kwamen waren ze even echt vrij. Op zondag kwamen ze bij elkaar met mensen uit allerlei volken, met mannen, vrouwen en kinderen, met slaven en meesters, om samen het lichaam van de Heer te zijn. Om de woorden van Petrus en Paulus en Jezus met elkaar te lezen en te bespreken. Om als priesters God te loven en te bidden voor hun omgeving. Dan waren ze even echt vrije mensen.

En geldt dat niet net zozeer voor ons. Natuurlijk worden wij niet behandeld als voorwerpen. Goddank is de slavernij officieel afgeschaft. En Goddank wonen wij in huizen, en zijn wij niet echt asielzoekers. We mogen openlijk klagen over onze koning. Niemand controleert of we wel of niet een Nederlandse vlag ophangen op koningsdag.

Maar net zoals die eerste christenen wordt er een druk op ons gelegd om slaven te worden. Om allerlei machten en krachten te dienen die aan ons trekken. De macht van meer geld en spullen te willen hebben. De verleiding om te streven naar een perfect lichaam. De behoefte om onze agenda vol te gooien en slaven van de drukte te zijn. Het verlangen naar wraak wanneer ons onrecht wordt aangedaan. Nog steeds zijn er machten en krachten die ons tot mentale slavernij pressen. Alles wat ons menszijn naar Gods evenbeeld kleiner maakt. Alles wat niet leidt tot creativiteit maar tot afstomping van de schepping.

Daarom hebben wij net als die eerste christenen zo hard de redding en het voorbeeld van Jezus nodig:

21Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem 22die geen enkele zonde beging en nooit bedrieglijke taal sprak. 23Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. 24Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. 25Eens dwaalde u als schapen, nu bent u naar uw herder teruggekeerd, naar Hem die uw ziel behoedt.

Stap in de voetsporen van Jezus. We zijn door Jezus bevrijdt uit de slavernij. Hij heeft onze zonden op zich genomen, en werd als een slaaf gekruisigd. Door wat Hij geleden heeft, zijn wij vrije mensen. Volg dan het voorbeeld van Hem. Laat je niet langer klein houden door de afgoden van deze eeuw. Wij leven als kleine minderheid, als asielzoekers, in dit door Jezus getekende land. Laten we dat blijven doen als vrije mensen. Priesters van Jezus. Asielzoekers. Amen.

Priests of our Lord Jesus Christ,

Pastor Nienke taught us last week that we can introduce ourselves like this. As priests. What do you do in your daily life? I am a priest of Jesus. We praise God on behalf of our neighbors who do not themselves. And we pray for our neighborhood, bring everything to God.

But, Peter has another surprising way you could imagine.
Who are you? My name is Robert Stigter, I am an asylum seeker.

As priests of Jesus, we are also strangers, Peter writes. Asylum seekers. Then I have to think of this: Ter Apel, last summer. People sleeping outside. Tents were taken away because it was not allowed to become a tent camp. People who have to use toilets that have not been cleaned. People who are still dragged from place to place, because there is no room for them in the inn.

It is admirable that so few asylum seekers are messing around. If you are treated in such an inhumane way, you automatically become less and less human. Are you behaving less and less humanly. see each other as competitors. Intrude, steal. That’s what inhumane conditions do to people.

When he hears the word asylum seekers or foreigners, Peter has to think of the diaspora. That his Jewish compatriots had been scattered throughout the Roman Empire for centuries. Sometimes forced by violence and deportation, sometimes in search of economic opportunities. But every city in the Roman Empire that represented anything had a Jewish minority.

And similarly, Christians at the time Peter writes are a tiny minority. They are everywhere, but in very small groups. Recognizable to us I think. Because everywhere in the world the church is growing. But here, in Western Europe, we have become a small minority. We are a small group of asylum seekers.

How then should you be a church? If you are a very small minority? That’s an important question. What are you doing? When people mock you because they have prejudices about you. When people have no idea what faith and being church means and shrug their shoulders about it. When you’re so small that you seem completely irrelevant. This letter from Peter can tell us a lot about that.

The first thing Peter does is warn us.
11therefore I urge you not to give in to worldly lusts, which endanger your soul
If you are a small minority, you will naturally behave like the majority. We call this integration with asylum seekers. You naturally start behaving like the people you associate with. You can try to prevent this, for example by only going to Christian schools, reading Christian newspapers, and listening to Christian music. But I think that’s a tactic that no longer works for us. In Delfgauw we are such a small minority that it makes no sense to withdraw into a church bubble.

But take Peter’s warning seriously: if you’re not careful, you’ll end up behaving like the majority. It’s normal behavior not to go to church, to buy everything you see in commercials, to spend your whole day looking at your phone. We should not go along with the world in which we live as a small minority of asylum seekers.

Then what? Somehow it’s very simple:
12 Lead a good life among the Gentiles, so that those who now call you criminals may understand your good deeds and glorify God on the day when He comes to judge.
Do the right thing. And the advantage of our time over Peter’s time is that what is seen as good in our time is still deeply imprinted by the Christian faith.
The Roman world in which Peter lives resembles the world of the Arcadia series. It’s a world where performance matters, whether you come from the right family. You get what you deserve. It was a very hard world of inequality. Where the strong trampled the weak.

The good, everything of God’s new world, that is the opposite: treating everyone as equal, as co-image of God. Take care of those who are having a harder time. Forgive instead of revenge. Submit to each other instead of trying to elevate yourself over each other.

That good life is a life in freedom.
16 Act as free men
Don’t act like slaves of this world anymore. We have been liberated by Jesus from the bondage of Egypt. We no longer have to submit to idols. You are free, behave accordingly!

But how do you deal with that freedom? And that’s where it gets really exciting.
17Revere everyone, love your brothers and sisters, fear God, and reverence Caesar.

Peter was regularly in prison. He was probably crucified at the end of his life by order of the Roman emperor. And yet Peter calls us to respect the emperor and the authority. That is a deep line in early Christianity.

Bad government is still better than chaos. You also have to respect a bad government.
On the other hand, good government respects its citizens, even if they live entirely in Groningen or if they are asylum seekers.

And luckily we have a lot of freedom. We are free to believe, to vote, to choose a school. We have so much more freedom than those early Christians in Peter’s day. Our government is not fantastic, but just try to name a few countries where the government has done better.

Compare that with the early Christians. Many of the early Christians were slaves. So it is not surprising that Peter specifically addresses them in the future. But his message for slaves is not good news at all at first sight.
18 Slaves, acknowledge the authority of your masters and fear them, not only the good and kind, but also the bad.

Again Peter is very realistic here. He could have said: slaves, you are free in Christ, in God’s eyes you are just as important as your masters, so rebel! But that had not helped the enslaved Christians. They would have died on a cross like Jesus, and with no positive impact on the world.

Peter calls them to submit to the slave owners, but then from the freedom they have in Christ. As Martin Luther so beautifully wrote:
a Christian is free from every lord, and a Christian is everyone’s slave.
You are free by Jesus and called from that freedom to serve the other.

And that hasn’t been easy for those Christian slaves. They were exploited, raped, treated like objects. Only when they secretly got together on Sundays were they really free. On Sunday they gathered together with people from all nations, with men, women and children, with slaves and masters, to be the body of the Lord together. To read and discuss the words of Peter and Paul and Jesus with each other. To praise God as priests and to pray for their environment. Then they were truly free people.

And that is not so much the case for us. Of course we are not treated like objects. Thank God slavery has been officially abolished. And thank God we live in houses, and we are not really asylum seekers. We may openly complain about our king. No one checks whether or not we hang a Dutch flag on King’s Day.

But like those early Christians, we are under pressure to become slaves. To serve all kinds of powers and forces that pull at us. The power of wanting more money and stuff. The temptation to strive for a perfect body. The need to fill up our agenda and be slaves to the hustle and bustle. The desire for revenge when we are wronged. There are still powers and forces that force us into mental slavery. Everything that makes our humanity smaller in God’s image. Everything that does not lead to creativity but to the dulling of creation.

That is why, like those early Christians, we so desperately need the salvation and example of Jesus:
21This is your calling; Christ also suffered for your sake, setting an example for you. So follow in the footsteps of Him 22 Who committed no sin and never spoke deceitfully. 23 He was insulted and did not insult himself, He suffered and did not threaten, He entrusts judgment to Him who judges righteously. 24He bore our sins with his body on the tree of the cross, that we, being dead to sin, might live righteously. By his stripes you are healed. 25You once went astray like sheep, but now you have returned to your shepherd, to Him who keeps your soul.

Walk in the footsteps of Jesus. We have been freed from bondage by Jesus. He took our sins upon Himself and was crucified as a slave. Because of what He suffered, we are free people. Then follow His example. Don’t let the idols of this age keep you down any longer. We live as a small minority, as asylum seekers, in this country marked by Jesus. Let’s keep doing that as free people. Priests of Jesus. Asylum seekers. Amen.