De preek over Rentmeesterschap

bij Psalm 8, Openluchtkerkdienst Bieslanddagen 2022

Beste rentmeesters,

Psalm 8 begint bij hoe bijzonder de schepping is.

Alles wat U geschapen hebt is prachtig.

Kijk maar eens om je heen. Zie het gras, de bomen, de dieren. Voel de zon op je huid. Hoor het ruisen van de wind. En dan is dit nog een gewoon bijzonder polderlandschap. We wonen er allemaal vlakbij, we kennen het.

Misschien ben je wel op vakantie geweest en heb je daar nog andere dingen bewondert. De koelte van de bossen. De schittering van een meer. De machtige bergen. Planten, dieren, vogels, vissen in allerlei kleuren en vormen.

En als dat nog niet genoeg is om te bewonderen, dan zou je eens de foto’s van de Webb ruimte-telescoop moeten bekijken. In juli werden haarscherpe foto’s gepubliceerd van sterrenstelsels die op immense afstand van de staan aarde. Met allerlei bijzondere kleuren en vormen en verschijnsels.

Als je zo naar boven kijkt. Naar het heelal. Maan, sterren, en alles wat wij niet kunnen zien met het blote oog. Dan ga je je toch afvragen: wat is de mens? Wat is dat ietepetieterige mensje, in dat oneindig grote universum? Wat stellen wij nou voor?

Al kun je ook anders kijken. Wat een groots wezen is de mens! Wij kunnen nu zelfs een telescoop de lucht in schieten om het oneindige heelal in kaart te brengen. We kunnen opnames maken in de diepste oceanen. We kunnen dieren klonen. We kunnen koeien doorontwikkelen zodat ze veel maar melk kunnen geven. We kunnen uit olie kunstmest maken waardoor we gras nog sneller kunnen laten groeien, zodat we nog meer kunnen produceren. We kunnen telefoons ontwikkelen waarmee je zelfs in een weiland nog kunt bijdragen aan een digitale collecte. We kunnen bommen ontwikkelen waarmee we de aarde in één klap kunnen verwoesten. Wat is de mens toch een groots wezen.

Wat is de mens? Waarom kunnen zij zoveel?

Is het omdat we rationele wezens zijn? Is het omdat we een ziel hebben? Is het bewustzijn? Dat we kunnen bewonderen, genieten van schoonheid of kunst?

In de Bijbel is de mens in zichzelf niet zo bijzonder. We zijn onderdeel van de schepping, we zijn van onszelf niet zo anders dan de dieren.

Het unieke van de mens is dit: de mens is geroepen door God om voor de schepping te zorgen. Om haar te beheren.

De mens draagt zorg voor vee en wilde dieren, voor alles wat zijn weg zoekt in rivieren, voor wat er aan de hoge hemel zweeft, voor wat er in de diepe zeeën leeft.

Wat een opdracht. U hebt de mens haast als een god verheven zegt de psalm. God, de schepper van hemel en aarde, heeft het aan ons toevertrouwt.

Toe maar, ga maar, je kunt het.

Rentmeesterschap, wordt dat vaak genoemd.

Een rentmeester is iemand die het land beheert. Die niet de eigenaar is, maar iemand die het land beheert voor de eigenaar.

En het interessante is dat die term gebruikt wordt in de traditie van de kerk. Maar ook in de bio-dynamische landbouw, veel groene boeren beschrijven zichzelf als rentmeesters.

De mens als rentmeester in de schepping. Dat is een idee dat teruggaat op Calvijn, 500 jaar geleden. Let er op, zegt Calvijn, dat wat jij bezit uiteindelijk niet van jou is, maar van God. Dat betekent dat als je een stuk land hebt, je er voor moet zorgen dat de grond niet uitgeput raakt. Sterker nog: je moet er voor zorgen dat je je land nog beter overdraagt aan de volgende generatie dan dat je het hebt ontvangen.

Nu leefde Calvijn bijna 500 jaar geleden. Ook toen hadden mensen grote impact op de natuur. Ook toen kon je een akker uitbuiten. Maar dan was het een kwestie van een tijdje braak laten liggen, en de grond herstelde zich.

Onze technische mogelijkheden zijn enorm toegenomen. Dat heeft hele positieve gevolgen: we kunnen genoeg voedsel produceren voor miljarden mensen. Maar een deel van die technologieën heeft ook rampzalige gevolgen. Want we hebben niet te veel gevraagd van één akker, maar hebben de hele wereld volgestort met CO2, stikstof en andere stoffen die de schepping doen zuchten en kraken van overbelasting.

Maar de diepste oorzaak van dat verknallen ligt niet in onze technologische vooruitgang, maar in onze spirituele achteruitgang.

In dat beeld van rentmeesterschap ligt het gevaar al besloten. Want als rentmeester draag je de zorg voor wat je is toevertrouwt. Maar als rentmeester kun je gaan denken: die eigenaar, die zie ik eigenlijk nooit. Als je de eigenaar wegdenkt, ga je jezelf als de eigenaar zien. En al snel verlies je dan de toekomstige generaties uit het oog. Je gaat je richten op maximale winst in het hier en nu, je gaat de grond uitbuiten.

Als mensen staan we zo dicht bij God. Hij heeft ons zoveel toevertrouwt, dat we de verleiding niet konden weerstaan om de plek van God zelf in te nemen. We zijn zelf op de troon van de schepping gaat zitten. Een kroon van eer en heerlijkheid heeft God ons gegeven zegt de psalm. We hebben die eer en heerlijkheid onszelf toegeëigend.

We zijn vergeten dat we als mens een afspiegeling zijn van Gods eer en Gods heerlijkheid. We zijn rentmeesters, maar we zijn ons gaan gedragen alsof we eigenaar zijn van de schepping. Met rampzalige gevolgen.

Wat moet de eigenaar dan doen? Als je rentmeesters doen alsof je niet bestaat. Als de rentmeesters slecht zorgen voor jouw bezit? Normaal gesproken sleur je ze dan voor de rechter. Of je stuurt er een knokploeg op af.

Maar God deed iets anders. Hij stuurde zijn Zoon, Jezus. Psalm 8 zegt: De hemel laat zien wie God is, de aarde vertelt wie God is, maar nog directer laat Jezus zien wie God is. Jezus liet zijn hemelse glorie achter, en werd een mens zoals wij. Hij werd geboren in een stal, leefde tussen mensen en wilde dieren. Vertelde dat in Hem God weer zijn kroon terug kwam halen. Maar dan door liefde.

De mensen in zijn tijd wilden hun troon niet opgeven. Ze lieten Jezus lijden en sterven aan een kruis. Dat leek de definitieve overwinning te zijn van de rentmeesters over de eigenaar. Maar toen stond Jezus op uit de dood. God maakte een nieuwe begin in Jezus. En God maakt een nieuw begin in iedereen die net als Jezus zo’n nieuwe rentmeester van Gods schepping wil worden.

Daarom is het mogelijk om opnieuw te beginnen met bewonderen. Je te verwonderen over God die de schepping zo lief heeft gehad, dat Hij zijn Zoon heeft gegeven. Te verwonderen dat God ons een nieuwe kans geeft, hoezeer wij als rentmeesters het ook hebben verpest.

Daarom is het mogelijk om onze rol als rentmeester opnieuw te beleven. Echt te beleven. Niet als eigenaar, nemen wat we kunnen grijpen, de aarde uitbuiten. Maar als rentmeesters, genieten van genoeg. Zorgdragen voor de schepping, delen met generaties na ons, met mensen in landen verder weg waar onze consumptie impact heeft.

Zou het dan mogelijk zijn om een leefbare aarde te behouden? Eerlijk gezegd, als ik naar alle rapporten kijk, naar de tekenen van deze tijd, dan lijkt het allemaal hopeloos.

Maar ik vertrouw erop dat God niet loslaat wat Hij is begonnen. Dat de hemel en de aarde blijven getuigen van Zijn Naam. Dat Hij zijn schepping eens zal vernieuwen. Daaraan heeft Hij zich verbonden in Jezus. En als wij genieten van genoeg leven wij nu al als mensen van die nieuwe schepping. Als rentmeesters van Gods Nieuwe Wereld. Amen.