De preek van 26 februari over geloof&politiek, Romeinen 13:1-7

Gemeente, gasten in ons midden,

Er wordt ons nogal wat belooft in deze verkiezingstijd. De ene partij belooft dat Nederland weer van het volk wordt. De andere partij dat we weer zekerheid krijgen. We gaan samen vooruit, we krijgen het voor elkaar, er komt verandering, de macht wordt gepakt. Als wij maar op de juiste partij stemmen, wordt alles beter.

Maar door schade en schande wijs geworden, weten we eigenlijk al precies wat er gaat gebeuren: als het meezit zijn er over niet minder dan vier jaar weer verkiezingen. Sommige dingen zullen dan net iets beter zijn in Nederland. Andere dingen zijn verslechterd. Een hoop beloftes zijn niet waar gemaakt. En weer meer mensen zijn teleurgesteld in de politiek.

Als dat voor jou ook geldt, dat je teleurgesteld bent in de politiek, moet je eens kijken naar de woorden van Paulus. Hij schreef de brief aan de christenen in Rome bijna tweeduizend jaar geleden. En hij schrijft erg positief over de overheid. Hij schrijft:

1 Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.

Paulus gelooft dat God de schepper is van hemel en aarde. En dat God de zorg voor de wereld heeft toevertrouwt aan de mensen. De overheid is iets goeds, want ze heeft de taak om ervoor te zorgen dat er geen chaos ontstaat. Maar dat vrede en recht bewaard worden. Dus als christenen moeten we de overheid gehoorzamen en steunen. Ook als ze er soms zo’n potje van maken, zoals onze politici.

Sterker nog: in de tijd van Paulus was de overheid helemaal niet zo’n positief instituut. Keizer Claudius had rond het jaar 50 besloten dat alle Joden de stad Rome moesten verlaten. Toen Claudius werd opgevolgd door keizer Nero, konden de Joden weer terugkeren naar Rome. Dat leidde in de kerk van Rome tot spanningen tussen de christenen met een Joodse en een niet Joodse-achtergrond. Juist die spanningen, veroorzaakt door de overheid, zijn een reden voor Paulus om een brief te schrijven aan de christenen in Rome waarin de eenheid in Christus centraal staat. En die keizer Nero was ook geen lieverdje. Aan het einde van zijn leven werd hij totaal gestoord. Hij veroorzaakte een grote stadsbrand en gaf de christenen de schuld. Ze werden meedogenloos vervolgt. Hij liet christenen vastbinden op palen in zijn paleistuin en gebruikte hen als levende fakkels.

En dat is de overheid waarover Paulus schrijft:

131 Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.

Vergelijk het maar met dat vorig weekend het gebouw van de ijsvereniging van Delfgauw door vandalen is geplunderd. De voorzitter van de ijsvereniging is onze ouderling-kerkrentmeester Arie Gravenstijn.

vandalisme voorwaarts ijsvereniging clubgebouw

Als zoiets in het Rome van de tijd van Paulus gebeurd zou zijn, zou de politie echt niet te hulp komen. Hadden ze maar niet een christen als voorzitter moeten kiezen. En de ijsvereniging zou Arie uit zijn bestuursfunctie hebben gezet om zo verdere associatie met christenen te voorkomen.

Maar moet je dan als christenen alles maar goed vinden wat de overheid doet? Moet je je als schapen naar de slacht laten lijden als de overheid zich tegen je keert?

Nou nee. Als je goed tussen de regels leest, zie je dat Paulus zich wel degelijk tegen slechte dingen van overheid verzet. Hij schrijft:

131 Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.

Je kunt dit lezen als een regelrechte aanval op het gezag van de keizer. De keizers in de tijd van Paulus noemde zichzelf:

zoon van God, Heer van de wereld, redder, koning, vredevorst.

Ze zagen zichzelf als goddelijk. Er stond geen gezag boven hen, want ze waren gelijk aan de goden.

Paulus maakt daar korte metten mee. Hij schrijft: de keizer is geen god, het gezag dat hij heeft is hem door God, de schepper van hemel en aarde, gegeven.

En de keizer, de overheid, is er niet voor zichzelf, maar is er om te dienen. De Griekse woorden voor dienen die Paulus gebruikt herkennen we wel: diakonos, leiturgos: de overheid als diaken en liturgie. Zoals diaken dienen in de kerk, en zoals de liturgie, de opzet van de kerkdienst, dient om God te vinden, zo hoort de overheid de onderdanen te dienen. En dat is stevige kritiek op de overheid uit Paulus’ tijd.

En ook in vers 7 zit kritiek: 7 Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt.

Alleen God komt echte eerbied toe. Je moet niet die nep-god, de keizer eerbiedigen, maar de echte God. De schepper van hemel en aarde.

Maar de meest stevige kritiek van Paulus, komt van de titels die hij aan Jezus toekent in zijn brief. Jezus is de Zoon van God. Jezus is de Heer van de wereld. Jezus is de redder. Jezus is koning. Jezus is de vredevorst. Alle die titels die de keizer claimde, gebruikt Paulus voor Jezus. Jezus is Heer. Niet de keizer.

En dat zet ook de politiek van onze tijd in een ander licht. God is de schepper van hemel en aarde. Hij heeft de overheid een taak gegeven als dienaar van de mensen om vrede en recht te bewaren. En politieke partijen kunnen van alles beloven over hoe ze het goede gaan brengen en het kwade gaan bestrijden. Maar ten diepste is het kwaad bestreden door God, in Jezus.

Politieke partijen kunnen van alles aanwijzen als ‘het grote probleem’: het binnenkomen van de radicale Islam via vluchtelingenstromen, dat er teveel regels zijn, de multinationals, de linkse elite, het slechte onderwijs, de macht van het geld, de dikke ikke. En in al die dingen komt het kwaad ook naar boven.

Maar volgens Paulus zit het probleem veel dieper: het kwaad opereert in systemen, zoals een overheid die christenen vervolgt of een zorgsysteem wat geregeerd wordt door het geld. Het kwaad opereert als machten en krachten die mensen verleiden tot het dienen van afgoden, die mensen minder mens maken, die chaos brengen in plaats van vrede. En het kwaad zit in onszelf. Er is geen onderscheid in goede en slechte mensen. In wij en zij. Het kwaad manifesteert zich in ons allemaal. En we zijn allemaal niet in staat om er een oplossing voor te vinden in onszelf. Zelfs met het beste onderwijs en de meest eerlijke economie krijg je het kwaad er niet uit.

Maar daar heeft God het niet bij gelaten. Hij heeft Jezus gezonden. Jezus was trouw aan God. Hij heeft geleefd, is gekruisigd, gestorven, maar weer opgewekt uit de dood. En daarmee heeft God het kwaad verslagen. Daarmee is het ultieme kwaad, de dood, verslagen. En daarmee is duidelijk dat alle machten en krachten van het kwaad volkomen kansloos zijn. Van al het kwaad blijft niks meer over als Jezus weer komt om zijn koninkrijk definitief te vestigen op aarde.

En omdat Jezus al heeft gewonnen, kunnen we als christenen anders kijken naar de politiek. We kunnen leven vanuit vertrouwen.

Paulus schrijft in hoofdstuk 8:

38-39 Dit weet ik zeker: door de dood en opstanding van ?Jezus? ?Christus, onze ?Heer, liet God zien hoeveel hij van ons houdt. En niets kan dat veranderen: geen engel, geen geest, geen machthebber, geen mens of macht op aarde of in de hemel. Want wat er ook gebeurt, vandaag of in de toekomst, of we nu leven of sterven: God houdt van ons!

Vanuit dat geloof, dat vertrouwen, kunnen we ook vertrouwen hebben in de politiek. Zij is dienaar van God om het goede te belonen en het kwade te straffen. Maar we hoeven niet naïef te zijn: de politiek gaat ons niet redden, geen ultieme zekerheid geven, geen grote verandering brengen, de wereld niet structureel verbeteren. Dat heeft God al gedaan, in Jezus. En God zal het voltooien, als Jezus weer komt.

Vanuit dat vertrouwen kunnen we 15 maart stemmen. In gehoorzaamheid aan de overheid die ons oproept om te stemmen. Vanuit dat vertrouwen kunnen we kritisch zijn op de overheid, als ze niet doet wat haar roeping is, de mensen dienen. Vanuit dat vertrouwen kunnen we God dankbaar zijn dat onze overheid zoveel beter is dan de overheid in de tijd van Paulus. Kunnen we bidden voor degenen die over ons regeren. En kunnen we zorgvuldig nadenken welke partij het beste Gods koninkrijk dient en daarop stemmen.

Maar je echte vertrouwen moet je niet zetten op een politieke partij. Geef je stem aan Jezus. Hij is Heer, Zoon van God, Redder, Koning. En dat is goed genoeg voor een nieuw leven dat nu al begint, en goed is voor veel meer dan alleen de komende vier jaar. Amen.