De preek van de kerstpraise 2020

bij Johannes 1

Blijkbaar zijn er nog mensen zat die in het donker leven.

Misschien ervaar jij nu ook wel donker in je leven. We zitten nu voor de tweede keer in een lockdown vanwege het coronavirus. Opnieuw is het voor veel van ons saai. Opnieuw is het voor andere mensen keihard werken, bijvoorbeeld omdat ze werken op de Intensive Care. Opnieuw zijn er veel mensen ziek, gaan er veel mensen dood aan corona. Opnieuw is het voor veel mensen spannend of hun behandeling in het ziekenhuis wel door kan gaan. Opnieuw zitten veel mensen eenzaam thuis. Maar nu is het de tweede keer, dat maakt het nog zwaarder. En het is kerst. Juist het feest van het licht, juist nu is het leven voor veel mensen pikdonker.

En wat als we wat verder kijken. Naar het donker in de wereld: wat bij mij blijft hangen is God of the refugee. God van de vluchtelingen. Het doet me denken aan wat ik ergens las deze week. Op dit moment worden baby’s ingeënt in kamp Moria 2. Het vluchtelingenkamp op het Grieks eiland Lesbos. Gebouwd omdat Moria 1 was afgefikt. Moria 2 zou veel beter worden, zei onze minister Kaag. Op dit moment worden daar baby’s ingeënt. Dat klinkt als goed geregeld. Maar de inenting is niet tegen corona, of mazelen ofzo. Maar tegen tetanus. Moria 2 is zo veel beter, dat er ratten ’s nachts de tenten inkruipen en  baby’s bijten. Daarom moeten de baby’s worden ingeënt.

Dat laat weer eens zien hoe duister soms toeslaat. Hoe oorlog, politiek, egoïsme, angst, armoede en honger soms zo’n perfecte storm veroorzaken, dat de hele wereld voor de zwaksten verandert in een diepe duisternis. Net zoals in de tijd van Jezus geboorte. Toen de Romeinse staatsmacht, de paranoia van Koning Herodes, het eigen volk eerst van de bewoners van Bethlehem, en het egoïsme van vluchtelingen die al lang blij waren met een slaapplek voor zichzelf, toen dat alles er voor zorgde dat de Zoon van God zijn eerste nacht moest doorbrengen in een voerbak. Net buiten het bereik van de ratten in de stal.

Dat donker zit dus ook in ons leven. In ons hart. Egoïsme, jaloezie, geldzucht, angst, roddel, afgunst, kwaadspreken. Het zit in ons allemaal. Ons hart is regelmatig een moordkuil. God heeft ooit mensen gemaakt om een licht te zijn in deze wereld. Kinderen van God. Een beeld van Zijn goedheid. Maar ons hart is te donker om aan die grote opdracht te voldoen.

God is bij ons komen wonen. Is deze donkere wereld. In Jezus zijn Gods liefde en trouw mens geworden. Gods liefde voor ons blijft. Hoe donker het ook is in ons hart, in ons leven, in de wereld: Gods liefde is erbij.

En Gods liefde is zo overvloedig dat Hij ons gaat veranderen. Hij brengt licht in ons hart. Hij verandert ons hart. Hij maakt ons geschikt om kinderen van God te zijn. We mogen Jezus meer en meer gaan volgen. Daardoor kunnen we groeien. Groeien in het zijn waarvoor we bestemt zijn: om een beeld van God te zijn in deze wereld. Een licht voor de wereld. Er is hoop voor ons en voor deze wereld. Want Gods liefde en trouw zijn mens geworden. Amen.