De preek van 8 november 2015 – ds. Robert Stigter

(Marcus 12:28-34)

20151108

Inleiding: raar
In het verhaal komt er een Schriftgeleerde bij Jezus. Hij is wel positief geïnteresseerd in Jezus en stelt hem een serieuze vraag. Welk gebod in de Bijbel is het belangrijkste. En Jezus geeft dan twee geboden als antwoord. Het is een beetje alsof je de vraag stelt: wat is je lievelingskleur? En iemand antwoord: Rood én blauw. Maar Jezus vindt het blijkbaar nodig om twee geboden te noemen. Als je bij Jezus zou doorvragen: nee je moet kiezen tussen die twee geboden. Dan zou dat zoiets zijn als dat je zou vragen: wat doe je liever: in- of uitademen? Want deze twee geboden horen bij elkaar als in- en uitademen.

Inademen
Het begint met het inademen. Met de liefde voor God. Jezus citeert dit gebod uit Deuteronomium 6:

4 Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één! 5 Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.

Jezus zegt hier niks nieuws. En er waren ook veel rabbi’s en Joodse denkers die dit helemaal met Jezus eens waren. En nog steeds bidden Joden elke dag dit gebed, het Sjema: Hoor Israël, de Heer, je God, is de enige.
En die God moet je liefhebben. En liefhebben heeft in de Bijbel altijd te maken met trouw zijn aan. Liefde is meer dan alleen een gevoel van liefde. God liefhebben is trouw zijn aan God, willen leven naar Gods wil. Zoals liefde voor je man of vrouw ook heel veel te maken heeft met trouw zijn aan elkaar. En de ander op de eerste plek zetten. Dat gaat verder dan alleen romantiek en een prettig gevoel. En hoe kun je God liefhebben? Dat is door hem te aanbidden. Door goede dingen over God te bidden en te zingen. Door hem te erkennen als God en Heer. Als de enige. De schepper van hemel en aarde. Die trouw blijft tot in eeuwigheid, en nooit laat varen het werk van zijn handen.
Dat is God liefhebben. Inademen. Gods liefde inademen. En zo vul je jezelf met zuurstof. Met Gods liefde. Want God heeft jou als eerste lief gehad. En als jij hem liefhebt ga je die liefde van God ook zelf meer ervaren. Dat is inademen.
Uitademen
En net als bij inademen vraagt die liefde om uitademen.
Heb je naaste lief als jezelf. Jezus citeert dan Leviticus 19:18:

‘(…) u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEERE.’

En wat dat is, je naaste liefhebben, dat weten we allemaal wel. Anderen behandelen zoals jezelf behandelt zou willen worden. Goed zijn voor de mensen om je heen. Er zijn voor weduwen, wezen en vreemdelingen. Zijn zoals de barmhartige Samaritaan. Doen wat je hand vindt om te doen. Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Leven volgens de tweede tafel van de tien geboden. Doen zoals Jezus deed.

Als jezelf
Maar Jezus zegt niet: heb je naaste lief, punt. Hij zegt: heb je naaste lief als jezelf. En daar zie ik het ook bij mensen in deze kerk nog wel eens fout gaan. Mensen die altijd voor anderen klaar staan, die nooit nee zeggen. Die ook veel voldoening halen uit het klaar staan voor anderen. Uit het bezoeken van mensen of het praktisch helpen. Die de naast liefhebben. Maar die vergeten dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Dat betekent dat je ook jezelf moet liefhebben. En dat betekent dat je ook je grenzen moet bewaken. God wil niet dat wij over onze grenzen heen laten lopen. Hij wil niet dat wij burn-out gaan of overspannen raken. Hij wil ons meer mens maken. Meer zoals we bedoelt zijn. Terwijl je van burn-out gaan juist minder mens wordt. Je kunt tijdelijk helemaal niks meer of heel weinig. En je blijft daarna altijd minder dan je daarvoor was.
Als je alleen je naaste lief hebt en niet jezelf, is het alsof je alleen maar uitademt en niet inademt. UITADEMEN Dan raak je een keer buiten adem. En dat is niet hoe God het wil. Dan gaat het vanaf de buitenkant heel goed tussen jou en je naaste, maar gaat het niet goed tussen jou en God.
Als dat nu voor jou geldt dat wil ik je uitdagen om weer in te gaan ademen. Om de tijd te nemen om God te aanbidden. Voor Bijbellezen, gebed en zingen voor God. En om te leren wie je bent in Gods ogen: een geliefd kind van God, bemint en gewild. Dat je daarop bouwt wie je bent, en niet uit de voldoening van het zorgen voor je naaste. Uiteindelijk kun je veel meer uitademen en iets voor een ander betekenen, als je ook regelmatig inademend. God vraagt niet om je naaste lief te hebben ten koste van jezelf. Hij vraagt je om net zoveel van je naaste te houden als van jezelf.

Hoe inademen?
Nog even terug naar het inademen. God liefhebben. Want het gebod zegt ook iets over hoe je dat moet doen:

30 ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.’

Dat betekent vooral: je moet God liefhebben, je aan hem toewijden, hem trouw zijn, van hem houden met alles wat je hebt. Met je hele persoon. Dus niet alleen met je gevoel, of alleen je verstand. Maar met alles wat in je is.
En die vier dingen, hart, ziel, verstand en kracht verwijzen ook niet naar stukjes van wie je bent. In de Bijbel is de mens één geheel, daar heb ik wel vaker over uitgelegd. Het is niet dat je voor een deel een lichaam, voor een deel een ziel en voor een deel een geest bent. Dat is allemaal met elkaar verbonden.
Als het in de Bijbel gaat over je hart, dan gaat het niet alleen over je gevoel, zoals wij tegenwoordig het woord hart vaak gebruiken. Het hart dat ben je met je diepste motieven, met je verlangens, met waar je liefde naar uitgaat.
Je ziel, dat is ben je met je bewustzijn, je identiteit, je geheugen en je verbeelding.
Je verstand, dat ben je met je denken, met je beredeneren.
En je kracht, dat ben je met je mogelijkheden en talenten om iets te doen.
En met al die dingen moet je dus God liefhebben. En daarbij is het belangrijk om voor jezelf na te gaan of je dat ook doet. Ik denk namelijk dat je God kunt proberen lief te hebben met maar een deel van jezelf. Je kunt bijvoorbeeld God sterk liefhebben met je gevoel, maar je gedachten door heel andere dingen laten bepalen. Of andersom. Dat je wel gelooft met je hoofd, maar God maar moeilijk kunt toelaten tot je gevoel. Je kunt veel voor God doen, je talenten voor Hem inzetten, maar te weinig toelaten tot je identiteit, tot wie je bent. Dan krijg je dat voorbeeld van dat je heel veel doet voor je naaste, maar kapot gaat aan het uitademen omdat je niet inademt wie je in God al bent. Maar al die dingen moeten in balans zijn. Je kunt God niet liefhebben met maar een stukje van wie je bent.
En daar kunnen we als kerk ook nog in groeien. Veel protestantse kerken, en wij dus denk ik ook wel, zijn erg van het geloven met je verstand: veel woorden en begrijpen, maar we vinden het vaak moeilijker om ook te geloven met ons gevoel. De cursus ‘luisteren naar Gods stem’, die deze week gestart is, is denk ik een mooie aanvulling om ook meer met je ziel en je hart te gaan geloven. Maar ook de gemeentegroeigroepen helpen daar erg bij.

Afsluiting
En zo kunnen we allemaal groeien in ons geloof. Niet alleen geloven met ons gevoel, met onze identiteit, met ons verstand, of met onze daden. We hebben allemaal het complete plaatje nodig. Om God nog meer lief te hebben. En zo steeds meer zuurstof in te ademen. Om zo ook steeds meer uit te kunnen ademen naar onze naaste. Laten we zo samen blijven groeien in het liefhebben van God en de naaste. Want Hij wil ons meer en meer mens maken zoals we bedoelt zijn. Mensen naar Gods evenbeeld. Tot eer van die Ene. De God die ons liefheeft, in ons ademt en ons vult met zijn Geest.

Amen.