Preeksamenvatting, zondag 5 februari 2023. Voorhoede dienst.    

Bijbelgedeelten: Kolossenzen 3, 15-24.
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

De dienst is te bekijken via https://www.youtube.com/channel/UClfZla9nW00oLuA9al90DJg en te beluisteren via www.kerkomroep.nl

Gemeente van Jezus Christus,

‘Samen in de naam van Jezus’ (HH lied 399). In dit lied hoor ik een gezamenlijk verlangen om de dienst in de wereld voort te zetten, wanneer de kerk uitgaat. ‘Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer’.

Hoe doe je dat, leven tot de eer van God? Waar je ook bent. Wat je ook doet. Op zondag en door de week. De apostel Paulus geeft ons daarover in het gelezen Bijbelgedeelte onderwijs.  Hij neemt het uitgangpunt in de doop. Gedoopt zijn betekent: jij bent met Christus ondergegaan in de dood en opgestaan tot een nieuw leven. Daarom: laat dat oude leven in je afsterven en trek het nieuwe leven aan. Paulus gebruikt het beeld van kleren. Paulus zegt: Als je  tot  eer van God wilt leven, dat is: op Jezus gefocust zijn en blijven, dan moet je steeds weer bereid zijn om de oude mens uit te doen en de nieuwe mens aan te doen.

Vervolgens geeft Paulus aan hoe je tot eer van God kunt leven: in de kerk (15-17, in het gezin (18-21) en in de samenleving (22-24).

Hoe blijven wij als gemeente gefocust op Jezus? wanneer we ons kleden in de liefde en leven uit dankbaarheid. Wanneer we bij onenigheid de vrede van Christus scheidsrechter laat zijn. In de kerk leef je tot eer van God door de lofzang gaande te houden. Samen zingen, samen bidden, samen zoeken naar de wil van God. Je blijft op Jezus gefocust, wanneer jij je vanuit het Woord niet alleen laat aanspreken, maar ook laat tegenspreken.

Hoe leef je thuis, in je gezin tot eer van God? Paulus heeft het hier niet over wat je met elkaar doet, maar hoe je met elkaar omgaat.  In het gezin is het vooral de manier waarop je met elkaar omgaat, dat al dan niet maakt dat je tot eer van God leeft. Van mannen mag je verwachten dat ze hun vrouw liefhebben met de opofferende liefde waarmee Christus hen heeft liefhad. Dat ze het beste voor haar zoeken. Van vrouwen mag je verwachten dat ze respect en liefde hebben voor hun mannen op een manier zoals zij zelf die bij Christus ervaren. Van kinderen mag je verwachten dat ze hun ouders gehoorzaam zijn in alles wat recht en billijk is. Vaders (en moeders) moeten hun kinderen zo opvoeden dat ze niet ontmoedigd raken. Geen minderwaardigheidsgevoelens krijgen.

Paulus schreef deze woorden in een tijd waarin het gezinshoofd de macht had over leven en dood. Wij lezen deze woorden in een tijd van autonomie. Een tijd waarop we staan op onze rechten. Paulus: je leeft niet tot eer van God wanneer je in het gezin de baas gaat spelen, noch wanneer je op je rechten gaat staan, maar wanneer je in dienende en vergevende liefde samenleeft. In verbinding, vanuit dankbaarheid en respect, in vertrouwen en in gehoorzaamheid. Zoals je dat van Christus, jouw Heer, hebt geleerd.

Hoe leef je tot eer van God in het maatschappelijke leven? Paulus brengt in de verzen 22-24 het maatschappelijke leven aan de orde. Hij richt zich in dit gedeelte tot de (christelijke) slaven. Waarom? Dat is een vrij lang verhaal. Daar ga in nu niet op in. Opvallend is dat Paulus zich hier niet tegen slavernij keert. De tijd was daar nog niet rijp voor. Paulus kiest niet voor revolutie, maar voor transformatie. Vernieuwing van onderop, van binnenuit.

Hoe vertalen we deze verzen naar vandaag? Wij zijn geen slaven, maar er zijn wel dingen, verbanden, taken waar je graag onderuit zou willen, maar wat niet onmiddellijk kan. Een baan of een functie bijvoorbeeld die je niet meer fijn vindt. Een studie waar je op uitgekeken bent. (Huishoudelijke) taken die je steeds weer moet doen: opruimen, afwas, wc schoonmaken. Taken in de kerk die geen voldoening meer geven.

Wat doen wij mensen wanneer we iets moeten doen wat ons tegenstaat? Wanneer we iets onvrijwillig moeten doen? Dan  gaan we klagen en mopperen. Zo zijn er heel wat mensen die dagelijks mopperend hun werk doen, klagend hun huiswerk zitten te maken, of mopperend de huishoudelijke taken verrichten. Al dat ‘kankeren’ is funest voor hen zelf én voor hun omgeving. Klagen en mopperen verziekt de sfeer op het werk, in de klas, in huis, in de kerk. Mopperen vertroebelt je visie, tapt energie af en tast je hart aan.

Vandaar dat Paulus de Filippenzen aanspoort om niet te mopperen, (Fil. 2, 14).

Wil je leven tot eer van God? Wat je ook doet, doe het voor God. En niet voor mensen. Niet alleen de leuke dingen, ook (juist) de taken die je tegenstaan. Taken en verantwoordelijkheden waar je onderuit zou willen, maar wat nu nog niet kan.

‘Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor mensen’. Dat moeten we steeds weer (aan)leren. Het is de moeite waard om het je aan te leren.

‘Wat je ook doet, doe het met aandacht, alsof je het voor de Heer doet’. Dat is één van de regels van Benedictus. Bedoeld voor het leven in een klooster. Maar deze regel is ook vruchtbaar voor onze dagelijkse spiritualiteit.

Het bewaart je voor een verziekt hart, voor een energielek, voor gebrek aan visie. Het schept ruimt voor verwondering, blijdschap en dankbaarheid.

‘Wat je ook doet, doe het met aandacht. Doe het voor de Heer’. Zo blijf je gefocust op Jezus. Je blijf vitaal en energievol.

Wanneer heb jij de neiging om te gaan klagen en mopperen? Kijk daar naar. Spreek daar (met elkaar) over. Stel je vanaf vandaag tot doel: Wat ik ook doe (en met name die dingen die ik onvrijwillig doe, niet van harte), wil ik voor de Heer leren doen.

‘Wat je ook doet, doe het voor de Heer’. Wanneer je zo leeft, wordt via jou iets zichtbaar van het karakter van God/Jezus: zijn liefde, genade, trouw, menslievendheid etc. Dan leef je tot eer van God. Tot zegen van jezelf en de mensen om je heen. Amen.


Voor het gesprek.

Wanneer heb jij de neiging om te gaan klagen en mopperen? Wat ga jij vanaf vandaag daar aan doen?

Hoe probeer jij in je gezin, in de kerk en in de samenleving, een spiegelbeeld van Jezus te zijn?