Preeksamenvatting, zondag 9 januari 2022. Themadienst: Vrijmoedigheid             

De dienst is te bekijken via Youtube en te beluisteren via www.kerkomroep.nl.

Bijbelgedeelte: Handelingen 4, 13-31 (NBV).
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van onze Heer, Jezus Christus

Vrijmoedigheid. Velen verlangen daar naar. Bij anderen roept het weertand op.

Het Griekse woord voor vrijmoedigheid betekende oorspronkelijk ‘alles zeggen’. Vandaaruit wordt onder vrijmoedigheid vaak verstaan: ‘Met overtuiging God terprake brengen in het publieke domein’. Maar vrijmoedigheid is meer. Vrijmoedigheid begint niet met in het openbaar spreken/preken/evangeliseren. Vrijmoedigheid wordt in je hart geboren.

Vrijmoedigheid is geen doel op zichzelf. Het is geen opdracht. Vrijmoedigheid is verbonden met vertrouwen en vloeit voort vanuit een vreugdevolle ontmoeting met God en met Christus.

In Exodus 33,1-11 gaat het over Mozes. Buiten het kampt heeft Mozes een tent als ontmoetingsplaats. Daar spreekt de heilige en ontzagwekkende God met hem. Dat zijn hele vertrouwde, intieme ontmoetingen. God spreekt tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een man met zijn vriend spreekt. God spreekt openhartig met Mozes. Dankzij Christus, de grote Hogepriester, mogen wij vrijmoedig tot God gaan, Hebreeën. 4, 16.

Je mag alles bij God brengen, alles tegen Hem zeggen. Hij houdt van je jou. Hij is op jou betroken. Hij laat je nooit los, nooit vallen. Hij houdt heel deze wereld en dus ook jouw leven in zijn hand. Daar mag je op vertrouwen. Daarom kun jij je aan Hem toevertrouwen. Vanuit dit vertrouwen wordt vrijmoedigheid geboren.

Vrijmoedigheid ontstaat in de ontmoetingstent. In de stille en vertrouwde omgang met God. In de binnenkamer. Vanuit een vernieuwde focus op Christus. Via Christus leren wij het hart van de Vader kennen: zijn liefde en genade voor alle mensen en dus ook voor ons. Die liefde geneest onze wonden. Die liefde brengt ons in gemeenschap met God, met elkaar en met de ander. Die onvoorwaardelijke liefde wakkert een vuur aan in ons hart: om God en de naaste lief te hebben. Ook onze vijanden. De ervaring van Gods liefde en genade maakt ons vrij en vrijmoedig.

Vrijmoedigheid hoort bij de navolging van Christus. Wanneer we onze schroom voorbij willen komen en onze sprakeloosheid, is het belangrijk om te investeren in de vriendschap met God.

Lees 2 Korintiërs 3, 4-5. De apostel benadrukt dat vrijmoedigheid een gave van God is. Geen prestatie van ons. Vrijmoedigheid hebben we niet allemaal in dezelfde mate. De Here geeft ons wat ieder van ons in zijn / haar situatie nodig heeft. Vrijmoedigheid heeft dus niets te maken met jouw IQ of karakter.

Als gave is vrijmoedigheid vrucht van Pinksteren. Dat zie je heel mooi bij Petrus en Johannes. Vóór Pasen waren ze bang. Na Pinksteren zijn ze zeer vrijmoedig. Pinksteren heeft een vuur in hun hart ontstoken, een vuur dat nooit meer dooft.

In Efeze 6, 19-20 vraagt Paulus de gemeenteleden om voorbede: dat hij vrijmoedig mag spreken en preken. Voor Paulus was vrijmoedigheid geen vanzelfsprekende zaak. Ook de apostelen bidden om vrijmoedigheid (4, 29). Vrijmoedigheid is dus niet alleen verbonden met toewijding aan en vertrouwen op God, maar ook met ontvankelijkheid voor Gods bijstand. Openheid voor wat God in jou en door jou wil doen. (Meer) vrijmoedigheid moet je geschonken worden, maar je mag er ook om vragen.

Lees Galaten 1, 10. Wanneer je mensen naar de ogen blijft kijken, ontvang je nooit vrijmoedigheid. De weg tot vrijmoedigheid ontstaat wanneer jij bereid bent om je focus te verleggen: van jezelf en de kritische ander naar God en Christus. Als je vrijmoedig wilt zijn, moet je vooral niet te veel met jezelf en anderen bezig zijn, maar met Jezus.

In het gelezen gedeelte uit Handelingen 4 gaat het vooral over het manmoedig en heldhaftig optreden van Petrus en Johannes. Realiseer je goed: dit hebben ze niet gezocht. Dit is hen overkomen. Achteraf, na hun vrijlating, begrijpen ze ook beter hoe dit zo kon gebeuren. Wie namens Jezus goed doet, roept reactie los in het rijk der duisternis. Vrijmoedigheid is kwetsbaar. Vanwege de geestelijke strijd. Maar ook in een minderheidspositie waarin wij verkeren.

Er is moed (vrijmoedigheid) voor nodig om het ‘vreemde evangelie’ te durven verbinden met een betekenisvol bestaan in de marge van deze samenleving. Er is moed (vrijmoedigheid) voor nodig om in een wereld vol kwaad, goed te blijven doen. Er is moed (vrijmoedigheid) voor nodig om in een individualistische wereld dienstbaar te blijven aan anderen.

Waar begon deze geschiedenis mee? Met Petrus en Johannes die om ongeveer drie uur in de middag naar te tempel gaan. Om te bidden. Om God lof-offers te brengen. Zoals ze dat jaar en dag gewend waren. Uit gewoonte. Opeens zien ze de verlamde man, niet alleen met hun ogen, vooral met hun hart. Diep van binnen beseffen ze dat deze beperking veraf staat van het Rijk van Gods vrede dat is en komt. En ze spreken genezing uit over deze man.

Petrus en Johannes gingen zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naar de tempel. Het is een daad van vrijmoedigheid wanneer jij trouw blijft aan de dienst aan God, terwijl anderen in jouw omgeving zijn afgehaakt of dreigen af te haken.

De vrijmoedigheid van Johannes en Petrus uit zich in actie. Vanuit geraaktheid, niet vanuit een actieprogramma. Vrijmoedigheid krijgt handen en voeten wanneer jij je als discipel van Jezus Christus in je hart laat raken door wat er om je heen gebeurt en er op reageert, door te spreken en/of te handelen. Vanuit de mentaliteit van Christus het goede doen en de goede woorden spreken.

Vrijmoedigheid vraagt niet alleen openheid en betrokkenheid, maar ook ontvankelijkheid. Beschikbaarheid om je als christen te laten bevragen over je geloof en leven. Spreken over de hoop die in je is. Zachtmoedig en respectvol (1 Petrus 3,15-16).

Het is Gods verlangen dat alle mensen behouden worden. Het is een daad van vrijmoedigheid wanneer je, aansluitend bij dat verlangen van God, zoekt naar middelen en mogelijkheden om het gesprek over het geloof of over zin en betekenisgeving aan te gaan: met je partner, of met de kinderen, of met je kleinkinderen, of met je collega’s.

Dat is kwetsbaar, risico vol. Er zijn veel overwegingen om het na te laten. Maar ‘God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen’ (2 Timoteus 3, 7-8). Het evangelie is Gods reddende kracht voor allen die geloven’ (Rom. 1,16).

Vrijmoedigheid is een gave. Laten we (blijven) bidden om meer vrijmoedigheid, zodat we in woord en daad herkenbare en dienstbare volgelingen van Jezus mogen zijn en blijven.

Amen.