Preeksamenvatting, zondag 5 december 2021; Avondmaalsviering

De dienst is te bekijken via Youtube en te beluisteren via www.kerkomroep.nl.

Bijbelgedeelte: Ruth 2, 1-13 en Psalm 31, 1-3; 15-17 en 20-21 (NBV)

Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Aanvangstekst: ‘Wie in de beschutting, de schuilplaats van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op U vertrouw ik’, Psalm 91, 1-2. Deze dienst staat in het teken van schuilen. Schuilen bij God en schuilen bij elkaar.

Preek

Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,

Het thema van het Kerstproject is ‘Thuis in Bethlehem’. Dat gaat dieper dan ‘Een huis in Bethlehem’.

Bethlehem betekent ‘Broodhuis’. Toen Elimelech en Naomi met hun twee kinderen uit Bethlehem vertrokken, lag er geen droog brood op de planken. De honger maakte hen toen tot economische vluchtelingen. De tijden zijn veranderd. Er wordt weer volop geoogst. Er ligt weer volop brood op de planken. De economie draait op volle toeren. Er is welvaart. Hoe staat het met het welzijn in dit huis? Hoe thuis zijn mensen in dit huis? Hoe veilig?

Naomi is weer in haar huis in Bethlehem. Samen met Ruth. Uit de tekst maakt je op dat ze zich daar ook thuis voelen. Maar het is voor hen beiden ook een kwetsbare omgeving. Voor Naomi als weduwe, dus zonder kostwinner. Voor Ruth als jonge weduwe en vluchteling. Als vreemdeling loopt Ruth o.a. het risico van verachting, uitsluiting, intimidatie en misbruik. Als vrouw loopt zij gevaar van grensoverschrijdend gedrag van de kant van de mannelijke veldwerkers.

Hoe thuis voelen de vluchtelingen en de nieuwe Nederlanders zich bij ons? Hoe thuis zijn wij in ons eigen ‘huis’ (land, huis/buurt/kerk)? Hoe is het gesteld met ons gevoel van veiligheid? Er hebben in het publieke domein nog nooit zoveel camera’s gehangen. Toch voelen velen zich niet veilig op straat. Zeker ’s avonds en ’s nachts. Vanwege de stijgende zeespiegel overwegen mensen uit veiligheidsoverwegingen vanuit het westen naar het oosten van het land te verhuizen. In coronatijd is veiligheid een hot item. Uit veiligheidsoverwegingen dragen we een mondkapje, geven elkaar geen hand, houden 1,5 meter afstand. Vaccinatie geeft velen, voor hun gevoel, weer wat veiligheid terug. Niet-gevaccineerden voelen zich onder druk gezet. Uitgesloten. Gevoel van onveiligheid geeft spanningen op de werkvloer, in gezinnen, in families en in de kerk, in onze wijkgemeente. Voor je het in de gaten hebt, staan we soms lijnrecht tegenover elkaar.

Ruth is kwetsbaar in Bethlehem, maar ze gaat niet bij de pakken neerzitten. Ze pakt haar verantwoordelijkheid. Ze gaat aren rapen en het toeval wil dat de akker waar ze komt van Boaz is.

Boaz prijst haar gelukkig dat ze een toevlucht gezocht heeft onder de vleugels van de God van Israël. Voor hun veiligheid moesten de Israëlieten vertrouwen op de HEER, de God van het verbond en niet op afgoden. Heel sterk wordt dat vertrouwen verwoord in Psalm 46. De dichter zegt: ‘God is voor ons een veilige schuilplaats waarheen wij vluchten. Hij biedt krachtige bescherming. Hij is bij ons. Hij is voor ons als een burcht. Een vesting’.

De erkenning dat God een sterke vesting is, krijgt een hele persoonlijke kleur in Psalm 31. David, de dichter, wordt gekweld door verdriet en smaad. Vijanden staan hem naar het leven. Daarom neemt hij de toevlucht tot God. Zijn eerste woorden zijn: ‘Bij U, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijdt mij en doe mij recht. Hoor mij. Haast u mij te helpen. Wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt’.

Wat maakt dat David zich in onzekere en bedreigende situatie durft toe te vertrouwen aan God? David wordt geraakt door het gezicht van God, dat straalt van liefde. ‘Laat het licht van uw (liefelijk) gelaat over mij schijnen’.

Wat de gevoelens van de ander met betrekking tot jou zijn, lees je vaak af uit zijn/ haar gelaatsuitdrukking. God kan kwaad worden over zonde, onrecht en kwaad. Maar de eerste aanblik van Gods gelaat is er niet één van boosheid, maar van genegenheid. Dat wisten ook de gelovigen in het OT. Psalm 97:7 (OB) luidt: ‘Gods vriendelijk aangezicht, geeft vrolijkheid en licht voor alle oprechte harten’.

Als Nieuwtestamentische gelovigen hebben we meer gezien van Gods vriendelijk aangezicht. Uit liefde voor deze wereld (ook voor ons) zond de Vader zijn Zoon en kwam Jezus. Voor ons leven gaf Jezus zijn leven. Uit liefde. In deze avondmaalsviering kijken we God in de ogen. Wat zien we? Geen afwijzing, maar liefdevolle aanvaarding. Bij Hem ben je veilig. Nu en straks.

We vieren het avondmaal om dat (opnieuw) te ervaren. Je bent veilig bij God. Veilig in Jezus’ armen. Om vervolgens in deze onzekere tijden ons vertrouwen op God te stellen en steeds weer tot Hem de toevlucht te  leren nemen.

Boaz prijst Ruth niet alleen gelukkig omdat ze haar toevlucht gezocht heeft onder de vleugels van de God van Israël. Hij reikt haar ook zelf de hand. Zij is bij hem veilig en hij dringt er daarom bij haar op aan om op zijn grondgebied te blijven. Boaz was (net als later Natanaël) een echte Israëliet, een mens zonder bedrog. Zoals God dat van zijn volk verwachtte en verwacht.

Wij vieren het avondmaal om de gezindheid van Christus ons steeds meer eigen te maken. We leven in spannende tijden. We worden makkelijk uit elkaar gedreven. Staan soms onverwacht tegenover elkaar. In deze avondmaalsviering willen we van Christus leren ons te blijven verbinden: met God, elkaar, de ander en onszelf. Met liefdevolle ogen naar elkaar en de ander te kijken. Elkaar en de ander de hand te reiken. Om zo, ook in coronatijd, voor elkaar en de ander een schuilplaats te zijn en te blijven. Een plek waar jij je welkom voelt en thuis.

Zoekend naar troost zijn velen dakloos. Zoekend naar warmte zijn velen koude. Daarom: ‘Maakt ons een huis van levende stenen, schuilplaats door U gebouwd’.

Amen.