Vraagt, zoekt, klopt!

De preek van 13 maart in de Dorpskerk, over ‘met vertrouwen bidden’.

Wie is Poetin?

’t Is verleidelijk direct over de oorlog in Oekraïne te beginnen. Dat is toch wat ieder bezig houdt en zorgen baart. Wie volgt het nieuws nu niet?

Tja, die Poetin. Wat is dat voor een man? Hij poseert graag op de foto. Staand op de ski’s, op zalm vissend in stromende water. Met ontbloot bovenlijf op de rug van een paard. Als judoka. Een stoere  bink. Toch is hij koud en kil.
Want hij dreigt met de inzet de vreselijkste afschrikkingswapens. Hij treitert, -wat een risico-, door een kerncentrale te beschieten. Hij deinst er niet voor terug onschuldige mensen in huizen of op de vlucht te beschieten. Iemand die hem ooit een hand gaf zei: ik rilde, hij is man die totaal geen warmte uitstraalt.

Hij is een Christen. Hij heeft zich laten dopen. Hij heeft overal Russisch-Orthodoxe kerken laten bouwen. Door de patriarch van Moskou is hij gezegend. Om het oude Tsarenrijk op te bouwen en ons in het Westen een lesje te leren.
Hij voert op zijn manier een heilige oorlog. ‘Maar let op, zegt Jezus, laat je niet misleiden. Want er zullen er komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het” of: “De tijd is gekomen”. Zo iemand noem je een valse Messias. Volg hen niet!’ (Luc.21:7)

Wie is Jezus?

Volg de ware Messias, Jezus! Ja, wie is Jezus?

Als één ding Hem typeert, is dat wel het innige contact dat Hij had met God. Steeds opnieuw zoekt Hij zijn Vader. De hele weg door trekt Hij zich terug. Om in het open veld buiten de stad te bidden. Of  of op een bergtop in de nacht. Of in de Olijfhof in Jeruzalem.
Jezus doet niet maar wat. Hij improviseert er niet op los. Nee, Jezus laat voortdurend het licht van God door zijn plannen, door zijn dromen en door zijn optreden. Hij laat het licht van Gods Geest door Hem heen schijnen. Nou, dat is bidden: je leven bekijken, zien in het licht van God. Dan ga je dat licht opvangen en uitstralen. Dan word je warm!

Jezus’ band met God was zo intens dat Hij Hem zijn ‘Abba’ noemde. ‘Abba’, ‘Vader’. Daar proef je iets in van de macht en grootheid van God. Het ontzag dat Jezus had. Maar je mag ‘Abba’ ook met ons ‘Papa’ vertalen. Dat klinkt intiem. Jezus leefde als een kind, vertrouwend op God. Hij leefde uit de liefde, de zorg en barmhartigheid van zijn Vader.

Daar viel Hij door op. De Farizeeërs en schriftgeleerden ergerden zich daar grijs aan. ‘Wat verbeeldt Hij zich? Wie denkt Jezus wel niet dat Hij is?’ Ze stoorden zich.

Abba’- zeggen

Maar nu wat ik nu ga zeggen, is nog bonter. Net als Jezus deed, mogen wij God die groot is, heilig en zeer verheven, ook ‘Abba’ noemen. U mag ook ‘Papa’ zeggen!

In de twee gelijkenissen die we net gelezen hebben, nodigt Jezus ons uit. Om met alles wat we nodig
hebben tot Hem te gaan. Vraagt, zoekt en klopt! Dan kan gek zijn. Want er woedt van alles in de wereld. Corona. Oorlogsgeweld. Honger. We hebben de dingen niet in de hand. Er gaat van alles mis. Daar kun je somber en cynisch van worden.

Maar u bent wel Gods kind. Zijn zoon of dochter. U bent door Hem geadopteerd. Aangenomen door de Geest. De Geest van Jezus Christus. Neemt u de vrijheid om God met ‘Abba’, ‘Vader’ aan te roepen. ‘Papa’. U zult merken dat Hij dan dichterbij komt. Dat u het geloof minder abstract, en meer intiem en persoonlijk beleeft.

Gastvrijheid

De eerste gelijkenis nu. Ik vertel die niet na maar probeer u die te laten beleven. ’t Is midden in de nacht. En je krijgt onverwacht bezoek. In Israël werd er soms ’s avonds en ’s nachts gereisd. Vanwege de moordende hitte overdag. Helaas heb je niets om je onverwachte gast voor te zetten. Wat je natuurlijk graag wil. Iets om je gast op te peppen.

Gelukkig heb je een vriend die in de buurt woont. Een paar straatjes verder. Je klopt bij hem aan. Een paar straathonden beginnen te blaffen. De buurt dreigt wakker te worden. Maar je vriend zegt: ‘Val me niet lastig. De deur zit op slot. Ik lig hier met de kinderen te slapen. Zoek het uit.’ ’t Is ondenkbaar dat hij zoiets zegt.

Gastvrijheid is een heilige plicht. Jouw gast is de gast van je vriend. De hele gemeenschap, dus ook hij, is verantwoordelijk voor een goede ontvangst van de late reiziger. De volgende morgen hoor je te kunnen zeggen: ”t Is voor ons een grote eer geweest als gast te hebben ontvangen!

Aan zichzelf verplicht

’t Is dus niet brutaal je vriend lastig te vallen. Dat zou, -als ik even uit de gelijkenis stap-, een hele beroerde toepassing zijn. ‘Pas op met bidden. Want het is vrijpostig. ’t Is schaamteloos God lastig te vallen met wat je nodig hebt. Nee, wij mogen juist ‘met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van Gods genade’. In het volste vertrouwen. Dankzij Jezus Christus.

Nee, je vriend zal opstaan. Omdat hij het aan zijn goede naam verplicht is. Om zich de volgende ochtend niet te hoeven generen. ‘Schaam je dat je je vriend niet hebt geholpen. Je hebt ons als dorp een slecht naam bezorgd.’ Hij zal je alles geven wat je nodig hebt.
Want dat brood is maar een opstapje. Een begin. Brood wordt gebruikt om in allerlei schaaltjes te dopen en om te beleggen.

De toepassing. Wat dit betekent. Nou, net als bij die vriend van je die bed ligt, staat Gods eer op het spel. Om de eer van Naam, omdat Hij onze Vader is, zal God helpen. Omdat Hij het aan zichzelf verplicht is. Omdat Hij bij wijze van spreken niet anders kan.
Wij mogen alles wat we nodig hebben, aan onze hemelse Vader voorleggen. En God, zegt Jezus, biedt altijd hulp. Hij geeft royaal.

Messiaanse weeën

U zegt misschien: ‘Het bedrijf waar ik werk heeft al flinke klappen opgelopen in coronatijd. Ik voorzie
met die hoge gasprijzen of het Rusland dat als afzetgebied afvalt grote problemen. We redden het niet. Wat zou ik tot Hem bidden? Dat helpt toch niet? Trouwens, waarom redt God de inwoners van Marioepol niet die met raketten worden bestookt?

Waarom, ja. Dat weet ik niet. Verderop in het evangelie heeft Jezus het over weeën die zullen komen. Zoals een vrouw die zwanger door weeën wordt overvallen. Krampen die steeds sneller en heftiger volgen op elkaar. Voordat er een babytje geboren wordt. Zo zijn die geboortepijnen in de wereld ook. Oekraïne zie je er iets van. Voordat de verlossing komt. Voordat Gods nieuwe schepping geboren wordt.

Die weeën, moeitevolle dingen, kunnen er ook in uw leven zijn. Ze kunnen vreselijk zijn. Dat je denkt: dit is het einde. Maar ze kunnen ook leiden tot iets nieuws.

De gave van Gods Geest 

Dat brengt me nog kort bij de tweede gelijkenis.  Een vis kan op een slang lijken. Denk aan een aal of paling. Een ei op een opgerolde schorpioen. Maar je speelt daar als vader geen spelletje mee. Je houdt je kind niet voor de gek.

Als jullie, zegt Jezus, die slecht bent, -niet volmaakt bedoelt Hij-, je kinderen al goede gaven geeft, hoeveel te meer je Vader die in de hemel is. Hij geeft zijn Geest als jullie Hem daarom vragen. Dat is nog iets veel groters, geweldigers dan brood. De Geest wil zeggen: leven, adem, bezieling, leven, kracht, het gevoel van de goede richting.

God geeft de verbinding met zichzelf. De intieme band met Hem. Zodat je het in hele moeitevolle situaties ook volhoudt.

Dat belooft Jezus. Daar staat Hij voor in. Amen.