De preek van zondag 8 november 2020-Dankstond

De Acker te Pijnacker.
De dienst is te bekijken via Live stream en te beluisteren via www.kerkomroep.nl.

Bijbelgedeelte: Matteüs 20, 1-16 (NBV).
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,

‘Dat is niet eerlijk’. Zo reageren de werkers van het eerste uur, wanneer zij zien dat de werkers van het laatste uur evenveel loon ontvangen als zij. Dat is niet eerlijk, want zij hebben een hele dag (hard) gewerkt onder de brandende zon. En de werkers van het laatste uur hebben maar één uur gewerkt in de namiddagzon. Als de werkers van het laatste uur één denarie ontvangen voor één uur werken, dan hebben zij toch recht op 12 denarie, want zij hebben 12 uur gewerkt.

De werkers van het eerste uur reageren vanuit een systeem dat ons bekend is: loon naar werken. Je krijgt wat je hebt verdiend. Dat is het contractsysteem. Je werkt voor je geld. Geregeld in de CAO, vastgelegd in je arbeidsovereenkomst. Je staat op je rechten. Dit systeem werkt jaloezie in de hand, want er zijn altijd mensen in een gelijkwaardige positie die het beter hebben dan jij, of die meer verdienen. Dit systeem werkt ook ontevredenheid in de hand, want je krijgt maar zelden wat je hebt verdiend. Waarom zijn er zoveel armen in deze wereld, zoveel zieken? Waaraan hebben zij dat verdiend?

Do ut es: voor wat hoort wat. Loon naar werken. In dit systeem passen geen gevouwen handen. Geen dankdag. Eerder dag van protest. Gebalde vuisten om mee op tafel te slaan, of om er mee een protestlied aan te heffen, wanneer je niet krijgt waar je volgens jou wel recht op hebt.

De gelijkenis van Matteüs 20 leidt ons naar een hele andere manier van leven. Zoals God het doet. God sluit geen contract, maar een verbond. Een verbond van liefde en trouw. God doet als God. Hij geeft genade en Hij maakt geen onderscheid. Hij heeft één salarisschaal. Zijn trouw, liefde en genade zijn er voor alle mensen.

Leven van gegeef. Maak je de ander dan niet te klein? Te afhankelijk? De wijnbouwer geeft iedereen evenveel. Iedereen krijgt één denarie. Maakt hij daarmee bijvoorbeeld de werkers van het laatste uur klein? Geen sprake van. Integendeel. Daarmee geeft hij juist hen waardigheid. Eén denarie was het dagloon voor een arbeider en een soldaat. Precies genoeg om een dag van te leven. Het loon voor een paar uur werk zou niet voldoende zijn geweest voor het levensonderhoud van zijn gezin/de familie. ’s Avonds thuiskomen met het loon van een paar uur werken, dat was voor deze mannen vernederend geweest. Beschamend.

De wijnbouwer heeft voor elke arbeider een dagloon beschikbaar. Dat maakt deze werkdag voor alle arbeiders tot een betekenisvolle dag. God is de Schepper van al wat is. Hij geeft leven, hoe dan ook. Zijn liefde en genade is er voor iedereen. Wat we ook gedaan hebben. Dat maakt het leven betekenisvol. Alles heeft betekenis. Ons leven hangt niet van toevalligheden aan elkaar.

Wij mensen zijn niet degenen die het leven betekenis verlenen. God geeft als Schepper en Herschepper door zijn liefde en genade (in Christus en door de Geest) ons leven betekenis. Aan ons de taak om in de dagelijkse dingen die betekenis te ontdekken. Dat is niet altijd duidelijk / even makkelijk. Dat is soms een hele zoektocht. Zeker bij tegenslagen. Dikwijls zie de betekenis ervan veel later, achteraf.

Leven van gegeef is een leven vol verrassingen. Je ontvangt dingen die je niet had verwacht. Waar je niet op gerekend had. Wat je niet zelf hebt georganiseerd, maar wat er ineens is. Iets goeds: een cadeau, een warme maaltijd, een arm om je heen, een luisterend oor, een gebed, een bemoedigend kaartje etc.. Dat doet goed. Dat maakt je blij en dankbaar. Dank bloeit op waar je (onverwacht en onverdiend) iets goeds van iemand ontvangt.

In het contractsysteem krijg je waar je recht op hebt. Je hoeft nooit ‘Dankjewel’ te zeggen. In het woordenboek van veel moderne mensen komen de woorden ‘danken, dankbaarheid, bedanken’ niet meer voor. Met alle gevolgen vandien. Psychiater Verhagen vindt het belangrijk dat in psychiatrische praktijk aandacht besteed wordt aan zingevingsonderwerpen zoals dankbaarheid. Hij zegt ‘Ik leer cliënten hoe ze dankbaar kunnen zijn en zo met een goed gevoel de dag kunnen afsluiten. Het helpt mensen om beter te slapen’ (RD 8-10-20).

Afgelopen zomer waren wij in het Bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer te Nijverdal. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Drie kwart van de winkel was gevuld met boeken over een nieuwe manier van leven. ‘Mindful wandelen’. ‘Rust in je hoofd’. Ook een boek over dankbaarheid. ‘De positieve kracht van dankbaarheid. Hoe bewust dankbaar zijn je gezonder en gelukkiger maakt’.

Dat is in lijn met de gelijkenis. De Bijbel leert ons dat dankbaarheid vrucht geeft tot in het eeuwige leven.

Het verdienmodel zit ook ons in het bloed. Daarom moeten ook wij steeds weer leren danken. Vandaar de jaarlijkse dankdag. Maar met één dankdag in het jaar red je het niet. De Here vraagt van ons dat ons leven een dankbaar leven is.

Jaloezie verblindt. Het belemmert ons het goede te zien: van God en mensen. Door gemopper weet je de dingen niet naar hun waarde te schatten. Je leven raakt erdoor verzuurt. Dankbaarheid geeft openheid: voor God, elkaar en de ander. Een dankbaar leven is een voldaan, gelukkig, betekenisvol leven.

Dit jaar valt dankdag in de coronatijd. Crisistijd. De apostel Paulus schrijft aan de Christenen in Tessalonica: ‘Dank God in alles’ (Thessalonicenzen 5, 18). Danken doe je niet alleen in tijden van voorspoed, maar ook in tijden van tegenspoed. We leven in lastige tijden, maar deze tijd is niet zinloos. Niet zonder betekenis. Het is geen verloren tijd.

De apostel gebruikt voor dankbaarheid het woord ‘eucharistie’. Je kunt dat woord ook vertalen met ‘goede genade’. Danken heeft voor Paulus alles te maken met de genade van God, met Zijn goedheid en ontferming uit liefde, als geschenk.

Er is veel (kwaad) waarvoor we God niet kunnen danken. We danken God voor zijn genade, vanwege hemels eten en drinken, brood en wijn, tekens van Jezus’ liefde tot in de dood. Vandaaruit proberen we in ons dagelijks leven onze zegeningen te tellen en betekenis te vinden/zoeken in de dingen die we doen. Zo eren we niet alleen God, onze Schepper en hemelse Vader. Maar ook de medemensen die God heeft gebruikt om ons die zegeningen te doen toekomen.

Verdienste óf genade. Leven vanuit het automatische, de vanzelfsprekendheid, recht, verdienste is (uiteindelijk) de dood in de pot. Leven vanuit bewondering en verwondering geeft de sleutel tot groei. Erger je niet aan de goedheid van de Heer. Leef van zijn genade. Van gegeef. Anders is het niet ondenkbaar dat anderen je voorgaan in het Koninkrijk van God. Want laatsten kunnen eersten worden en de eersten de laatsten.

Amen.