Samenvatting van de preek van 1 maart 2020

Bijbelgedeelten: Psalm 84 (NBV). Thema: ‘Verlangen en verwachting’.
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van Jezus Christus,

Verlangen, dat is een oud, maar in onze tijd weer een actueel thema.  Het gaat over (ons) verlangen naar God. De dichter van Psalm 84 verlangt naar God. Is dat ook wat jou hier heeft gebracht?

De dichter verlangt naar God. Wat houdt dat in? Hij wil God graag nabij weten (kennen met zijn hart). Hij zoekt intimiteit met God: hart-, zielsverbondenheid. Dat mist hij op de plek en in de situatie waarin hij zich nu bevindt. Verlangen is gericht op wat er (nog) niet is. Wat wel speelt in je hart (als wens/begeert), maar wat nog geen werkelijkheid is geworden.

De dichter is ver verwijdert van Jeruzalem, van de tempel, daar waar God woont onder mensen. Daar waar je dicht bij God kunt komen, in zijn nabijheid/tegenwoordigheid.

Wij verlangen naar God. Ook vanuit heimwee? In ieder geval vanuit gemis, want God is naar de rand van onze samenleving verdreven, verdwenen. In ons eigen hart en leven speelt God ook lang niet altijd de eerst viool. Want naast God verlangen we ook nog naar zoveel andere dingen. God dreigt steeds weer en steeds meer op de achtergrond te raken, daarom verlangen we naar Hem, naar zijn nabijheid, zijn tegenwoordigheid.

De dichter verlangt naar God. Hoe ziet hij God? Hoe spreekt hij over Hem? Hoe spreekt hij Hem aan? Dat zijn vragen naar het Godsbeeld van deze dichter. Wat is jouw Godsbeeld? Hoe zie/beleef jij de Here God?  Hoe je God ziet/kent, is van invloed op wat je van Hem verlangt.

De dichter verlangt naar God, de levende God (3). Hoe spreekt Hij de Here aan? Op verschillende manieren. O.a.: ‘Heer, God van de hemelse machten’. Met deze naam benadrukt  de dichter de verhevenheid van God. De Here staat boven alles en iedereen: in hemel en op aarde. De werkelijkheid van God is veel groter dan onze werkelijkheid. Dat is de kracht van het geloof: het houdt bij jou niet op: in leven niet, noch bij het sterven. Je bent door God omgeven, of je het gelooft of niet. Zie de Here God dan ook niet in het verlengde van ons menselijk bestaan. Geen superman. God is totaal/gans anders. Oneindig veel meer en groter.

Als iets/iemand groot wordt, dan wordt het voor ons snel abstract, afstandelijk en onpersoonlijk. Zo spreken velen over God. Dat is vaak ook de taal die moderne mensen bezigen als het over zingeving gaat. De dichter van Psalm 84 heeft daar geen last van. Hij weet (met hoofd en hart) God is niet alleen verheven is. Hij weet Hem ook nabij. Hij noemt Hem ‘HEER’. De God van het verbond. De God van je doop. ‘Ik ben die Ik ben. Ik ben er bij. Ik ga met je mee’. En ook:‘Jij hebt niet mij, maar Ik heb jou uitgekozen’. De God van de (verkiezende) liefde. Heel persoonlijk en vertrouwd en intiem. ‘Mijn God’ (4).

De dichter spreek over de Here als ‘de God van Jakob’ (9). Abraham is van de man van de vaste tred. Gehoorzaam. Jakob is niet zo betrouwbaar. Hij loopt God vaak voor de voeten. Toch verbindt God zijn naam niet alleen met Abraham, maar ook met Jakob. De God van Jakob is onvoorwaardelijk in zijn liefde en eindeloos in vergeven.

Vervolgens noemt de dichter van Psalm 84 God ‘Mijn koning’, ‘Een zon en schild’.

Wat kun je op grond van dit Godsbeeld zeggen over het verlangen van de dichter? Wat verlangt hij van God? Leiding (koning), maar ook nabijheid en intimiteit: liefde, vergeving (Jakob), licht/verlichting/inzicht (zon), bescherming (schild).

Wat is o.a. op grond van jouw Godsbeeld te zeggen over jouw verlangen naar God? Wat verlang jij van God? Is dat een legitiem verlangen? Mag je dat van God verlangen? Mag de dichter van Psalm 84 leiding, liefde, vergeving (identiteit, bevestiging), verlichting en bescherming van de Here verlangen? Ja. Mogen wij het van Hem verwachten? Ja, want in Christus (vóór ons) en door de Geest (in ons) is de Here ons nog meer nabij gekomen dan ten tijde van het Oude Testament. Zijn naam is ‘Immanuël’, ‘God met ons’.

De dichter smacht en roept naar God. Diep uit zijn hart. Met heel zijn lichaam. Hij roept de Here aan met woorden en beelden waarmee de Heer zich heeft geopenbaard. Bekend gemaakt. Dat verandert de situatie van de dichter niet. Hij komt daardoor niet dichter bij Jeruzalem. Hij verandert er zelf wel door. Vanuit innerlijke vrede verandert bij hem angst in vertrouwen (13).

De dichter stelt ook prioriteiten. Om in het licht te blijven, in Gods nabijheid. Hij zoekt als eerste/belangrijkste het koninkrijk van God (11). Als je naar God verlangt, bij Hem wilt wonen, in zijn nabijheid, is het wel belangrijk dat je bij Hem je toevlucht zoekt. Met Hem leert wandelen. In het licht. Dat kan niet zonder een (wils)besluit, want jouw hart verlangt ook naar andere dingen dan naar God.

Verlangen en verwachten. We verlangen naar God, naar zijn aanwezigheid, nabijheid, naar intimiteit met Hem. Dat mag je ook verwachten. Niet automatisch, of vanzelfsprekend, maar naar de belofte. Je mag een beroep doen op Gods (beloftevolle) naam en wezen. Die zeggen wie Hij voor jou wil zijn. ‘HERE’. ‘Immanuël’: doe mij ervaren dat U met/bij mij bent. ‘Mijn Koning’: regeer in mij met al uw kracht. ‘God van Jakob’: doe mij uw liefdevolle vergeving ervaren. ‘Schild’; bescherm mij. Wees een muur rondom mij. ‘Zon’: toon mij Uw vriendelijk / lichtend aangezicht.

Het kan soms zo stil zijn. Je merkt niets van God. Door van Hem te getuigen, kan het gebeuren dat Hij je verrassender wijs tegemoet komt (Jes. 40,9-11). Je voelt /ervaart God niet. Door een lied, of een Bijbelwoord kan Hij ineens heel dicht bij je komen. Kun je zijn nabijheid ineens heel diep van binnen ervaren. We verlangen naar God. Zijn nabijheid, intimiteit ervaren is gave, maar ook opgave. Het vraagt ook (in)oefening. Verlangen naar God moet be/geoefend worden. Daarom komen we naar de kerk: om ons verlangen naar God te blijven voeden. Om Gods nabijheid, intimiteit te ervaren. In de Focuskringen willen we onderzoeken hoe we via de liturgie en de verschil-lende onderdelen van de liturgie het verlangen naar God nog meer kunnen aanwakkeren.

Hoe lang kun jij dat wat je hier van de Here God ervaart, vasthouden? Wat doe je na deze dienst, na deze dag om het vast te houden? Wanneer je niets onderneemt ben je het zo weer kwijt, want er wordt om ons hart gevochten. Daarom: zorg dat je net als de dichter de goede prioriteiten stelt, zodat de Here God niet naar de rand verdwijnt. De zondagse liturgie vraagt om een vervolg in het leven van elke dag. Via jouw smartphone heb je het altijd op zak. Gebruik het. Je (in)oefenen in verlangen naar God, de Here God nabij weten, betekent niet bij voorbaat voorspoed, maar in die weg mag je wel zegen verwachten, ook in tijden van tegenspoed. Want God is instaat om een dor en doods dal tot een oase te maken (7).

Gelukkig, (veer)krachtig ben je wanneer ook in deze tijd vol verlangen naar God en in vertrouwen en verwachting op weg durft te gaan. Amen.