Samenvatting van de preek van zondag 15 maart 2020

Bijbelgedeelten: Lucas 12, 13-21 (NBV) en Matteüs 6,19-23 (NBV).
Thema: ‘Wat is echt belangrijk?’.

Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van Jezus Christus,

In de nabijheid van een boerderij woedt een bosbrand. Op het land van de boer ligt hooi. De boer brengt het hooi snel in de schuur. Zijn schuren zijn tot de nok gevuld. De bosbrand nadert de boerderij. Gevolg? Alles gaat uiteindelijk in vlammen op. De schuren (gevuld met hooi) branden als een fakkel. De boer heeft uiteindelijk niet de goede prioriteiten gesteld. Hij had zich wellicht beter (samen met anderen) bezig kunnen houden met het bestrijden van de brand.

Hoe is dat bij ons? Doen wij de goede dingen? Stellen wij de juiste prioriteiten? We zijn druk met alles en nog wat, maar wat is voor ons het belangrijkste? Wat weegt het zwaarst? Het Bijbelgedeelte van vanmorgen vat het thema ‘prioriteiten stellen’ samen in een beeld. ‘Schatten verzamelen’.

In Lucas 12 vertelt Jezus een gelijkenis van een in economisch opzicht (in de ogen van mensen dus) zeer succesvolle boer. Maar toen hij uit de tijd ging, de eeuwigheid in, stond hij met lege handen. Veel schatten op aarde, maar niet rijk in God. Geen schatten in de hemel. Hij had op aarde zijn ziel niet het goede laten zien (Prediker 2,24).

Dat maakt de vraag: ‘Ben je met de goede dingen bezig?’ tot een aangrijpende vraag. Het gaat er uiteindelijk niet om dat je in eigen ogen of in de ogen van mensen met de goede dingen bezig bent, maar in de ogen van God.

Hoe weet je nu dat je in Gods ogen met de goede dingen bezig bent? Daarvoor moet je de beweging naar binnen maken. Naar je hart, want ‘Waar je schat is daar zal ook je hart zijn’. Als je in je hart met de goede dingen bezig bent, heeft dat een positieve uitstraling in je leven. Als je in je hart met de goede dingen bezig bent, is je oog helder en heel je lichaam verlicht. Als je niet met de goede dingen bezig bent, is je oog troebel (durf je de ander ook niet aan te kijken) en is heel je lichaam duisternis. ‘Als het licht in jezelf (je hart) verduistert is, hoe groot is dan de duisternis’.

Waar is je hart op gericht? Waar gaat je toewijding naar uit? Waar horen mensen jou over spreken? Want waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Zijn dat de goede dingen? De dingen van God en van zijn Koninkrijk? Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Dat is echt belangrijk.

Staat dat los van het ‘gewone leven’, geld en goed, eten en drinken? Nee. Het alledaagse leven met God verbinden, maakt het leven goed. Dan besef je: wat ik heb is niet van mij, maar van God. Ik ben slechts rechtmeester. Ik heb het van God gekregen om het te gebruiken. Niet om het te verzamelen, niet om op te stapelen. Als bezit zich gaat stapelen komt het namelijk los van God te staan en komt het tussen de Here God en jou in te staan. Als bezit zich gaat stapelen, wordt het een schat die je koestert. Een schat waar je je vertrouwen op stelt, die (schijn)zekerheid geeft, waardoor je je laat vertroosten. Dan wordt je bezit je (af)god.

We houden geen biddag om onze schatten de vermeerderen, niet om ze op te stapelen. We houden biddag om ons te ontdekken aan onze afgoden. Om ons van onze afgoden te bevrijden. Ontstapelen. Om te leren leven van gegeef /genade en van het genoeg. Om aan het begin van dit zaai- en oogstseizoen te leren leven in afhankelijkheid met God. Om dit seizoen onze ziel het goede te laten zien.

Wat is echt belangrijk? Dat je uit wederliefde met God leeft. Als je God er buiten houdt, als je hart alleen gericht is op aardse schatten, bezittingen, dan raakt je blik verduistert. Dan neemt jouw bezit jou in bezit. Dan boer je achteruit. Dan raak je uiteindelijk alles kwijt. Dan kom je om. Daarom: ‘Waak over je hart, het is de bron van je leven’ (Spreuken 4,23).

Wat is echt belangrijk dit seizoen? Dat je met God leeft.

Dat je investeert in je relatie met God. Bidden, Bijbellezen (Woord van God is als een schat, 2 Petrus 3,7), naar kerk gaan, deelnemen aan kringen.

Dat je leeft in liefde en dankbare verwondering. Geniet van wat God je geeft. Door zo te leven laat je je ziel het goede zien.

Dat je investeert in de ander: doe het goede, blijf (onbaatzuchtig) het goede doen, wees rijk aan goede daden en vergeving en wees bereid om te delen. Zo leg je een stevig fundament voor de toekomst (1 Tim. 6, 18-19).

Wat is echt belangrijk dit seizoen? Dat je als eerste het Koninkrijk van God zoekt en zijn gerechtigheid. En dat eten en drinken dan? Al die (andere) dingen zullen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen. Biddag is om ons te leren ontzorgen, want God zorgt. Vertrouw je toe aan deze God. Laat je ziel het goede zien. Doe wat echt belangrijk is. Dan zal heel je lichaam verlicht zijn. Dan blijft je, wat er ook gebeurt, leven bij en met Christus, die het Licht des levens is. Dat heeft toekomst.

Amen.