Samenvatting van de preek van zondag 1 december 2019

Bijbelgedeelten: Micha 4,1-8 en Lucas 10, 25-37 (NBV)
Thema: Publieke liefde
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Gods weg met Israël liep steeds weer uit op een grote teleurstelling. God dacht: ‘Ik stop er mee’. Die gedachte maakte God kapot. ‘Mijn hart wordt verscheurd, door barmhartigheid word ik bewogen. Ik zal mijn toren laten varen en Efraim niet opnieuw te gronde richten. Want God ben ik, en geen mens, ik ben in jullie midden, ik ben heilig, ik zal niet meer in woede ontsteken’ (Hos. 11, 8b-9). En Hij deed het niet!!

God zette plan B in werking: een koninkrijk van vrede/liefde. Hoe moet dat rijk er uiteindelijk uit gaan zien? In o.a. Micha 4 zie je iets van de contouren: internationale samenwerking. Wapens omgesmolten tot tuingereedschap en landbouwvoertuigen. Geen oorlog, geen terreuraanslagen, geen huiselijk geweld, geen ruzie en onenigheid meer.

Wie gaat dat plan (los)trekken? Een (vernieuwd) Israël? Uiteindelijk … de Jood Jezus. Zoon van God en Zoon des mensen. De Messias van Israël en Redder der wereld. Jezus is de Koning van het vrederijk. Met zijn komst in deze wereld (Kerst) is dat rijk hier op aarde tastbaar en zichtbaar geworden. De beloofde Vredekoning is gekomen.

Vrede uit pure liefde, want God is liefde. Uit liefde liet de Vader zich raken in zijn hart en zond zijn Zoon. Uit liefde liet de Zoon zich raken in zijn hart en kwam vrijwillig naar deze aarde en ging vrijwillig de weg naar het kruis. Daardoor zorgde God in deze wereld voor een nieuwe beweging: de beweging van liefde. Publieke liefde. Een beweging van mensen die in hun hart geraakt zijn door de liefde van Christus en er vervolgens voor open staan zich te laten raken door de noden van (mede)mensen en (vervolgens) bereid zijn hen nabij te zijn. Bij te staan. Voor hen een naaste te zijn. Deze beweging is bedoeld als een vernieuwingsbeweging (van binnenuit). Een tegenbeweging. De grondregel van deze beweging luidt: ‘Heb God lief en de naaste als jezelf’.

Als christelijke gemeente maken we deel uit van deze wereldwijde beweging van publieke liefde. Want Jezus is onze Heer en Heiland en het Hoofd van de kerk. Wij staan in een wereldwijde liefdesgemeenschap (Koninkrijk en kerk). Wij zijn geraakt door de liefde van Christus voor ons en staan er open voor om ons in ons hart te laten raken door de noden van (mede)mensen en zijn bereid hen nabij te zijn.

De gemeente als liefdesgemeenschap. Zweverig? Nee, want de liefde waar we het hier over hebben, agapè, geeft zich volop rekenschap van de moeilijke en donkere kanten van ons bestaan. Ware liefde weet van liefdeloosheid, ontrouw, ongeduld, zonde, van ernstig tekort schieten etc. Daarom heeft de liefde een spiegel nodig, een tegenover die haar helpt terug te keren naar de basis (als dat moet). Liefde moet steeds weer (keer op keer) geraakt worden in het hart. Anders wordt het saai, raak je uit de hartelijke verbinding. Gevaar? Ontrouw.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is zo’n spiegel. Ben je bereid in deze spiegel te kijken? Durven we (individueel en als gemeente) de confrontatie met onszelf aan? Wat is hier aan de hand? De priester en de leviet maken deel uit van Gods liefdesgemeenschap. De Samaritaan staat daar buiten. Maar niet de leviet en de priester laten zich in hun hart raken als ze die man aan de weg zien liggen, maar de Samaritaan, een vijand van Israël.

De priester en de leviet moeten ook hun vijand liefhebben. Wat blijkt? De vijand gaat hen voor in liefhebben. Ronduit schokkend. Dit kan ook ons gebeuren. Dat we als leden van Gods beweging van publieke liefde ons niet meer in ons hart laten raken (door de nood van de ander) en de ander (die dat nodig heeft) niet nabij zijn. Dat kan ook ons gebeuren dat we ernstig tekort schieten in barmhartigheid (dichtbij en ver weg).

Wat maakt dat de nood van de man aan de weg de priester en leviet niet raakt in hun hart. Wat zit daar (als belemmering) tussen? Regels. Reinheidswetten. Deze man aanraken maakt priester en leviet onrein. Gevolg: ze kunnen op korte termijn geen dienst in de tempel doen en de leviet kan de tienden niet innen. Lange tijd geen eten voor hem en zijn gezinsleden. Verstandig toch dat ze (verstandig) alles goed op een rijtje hebben en op tijd de balans opmaken en kiezen voor de veilige uitweg?

Maar nood breekt toch wet? Ook in het Jodendom? Ja, maar het geloof is bij de priester en de leviet zo ingekapseld door wetten en regels dat de nood van deze man hun hart niet (meer) raakt. Dat kan bij ons ook gebeuren, dat de cultus (geloven) zozeer een cultuurtje is geworden, dat jij je moeilijk laat raken, in je hart. Dat kan door tal van redenen: rechte leer, maar ook door verdriet en teleurstelling etc. Afweermechanisme om niet te (hoeven) voelen. Om veilig in je hoofd te gaan zitten. Om je niet te laten raken in je hart.

Dat is de spiegel die deze gelijkenis ons als leden van die wereldwijde beweging van publieke liefde voorhoudt: hoe gevoelig zijn we? Durven we ons in ons hart te laten raken door de nood van mensen om ons heen en hen nabij te zijn?

Op dat punt valt nog wel wat te leren, want wij horen bij dat deel van de christenheid die zich vanuit het verleden nogal door het verstand hebben laten leiden. Mooi dat de christelijk gemeente een oefenplek is om ook dat te leren: geraaktheid in het hart.

Hoe kun jij je oefenen in geraaktheid? Door op Jezus te focussen. Met een focus op Jezus houd je het vuur van de liefde brandend. Laat je voortdurend raken door zijn grenzeloze en onvoorwaardelijke liefde voor jou. Leef van uit de volheid, niet vanuit het tekort. Volheid: alles wat je (gratis, om niet) van Hem hebt ontvangen aan geestelijke en materiële zegeningen. Tel ze één voor één. Dan zie je Gods liefde door alles heen.

Focus op Jezus, dan word en blijf  je in je hart geraakt en krijg je kracht om mensen (in hun nood) nabij te zijn.

Met een focus op Jezus voorkom je vervolgens dat je (net als Atlas) de hele wereld op je nek gaat nemen. We leven van genade. Wees niet alleen genadig voor de ander, ook voor jezelf. Durf te kiezen, wat je wel en wat je niet oppakt. Durf los te laten: mensen en situaties in Gods handen te leggen zonder je handen van hen af te trekken.

God geeft ons in het dagelijkse leven kansen om het evangelie zichtbaar te maken, o.a. door voor iemand (die dat nodig heeft) een naaste te zijn. Een naaste ben je niet bij voorbaat. Dat word je. Door vanuit geraaktheid, iemand die dat nodig heeft, nabij te zijn.

Durven wij ons laten raken? Zijn we bereid nabij te komen?
Amen.