Samenvatting van de preek van zondag 3 november 2019 (Focus thema dienst

Bijbelgedeelten: Kolossenzen 3, 22-4,9 (NBV).
Thema: De christelijke gemeente als oefenplek voor buiten
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van Jezus Christus,

Kijk even naar de afbeelding hiernaast. Wat zie je hier? Drie harten: groot, middelgroot en klein. Hoe moet je kijken? Dat kan op twee manieren: van buiten naar binnen, of van binnen naar buiten. Zo willen wij gemeente zijn. Met een hart: hart voor God, voor elkaar en voor de ander. Vanuit dit hart (eredienst/gemeente) trekken we de samenleving in. Vanuit de samenleving komen we weer naar de kerk, naar de kerkdienst. Van binnen naar buiten, van buiten naar binnen. In die beweging is de gemeente/kerkdienst een oefenplek. Voor godsdienstoefening. Om steviger in je geloofsschoenen te komen staan en om toegerust te worden voor de plek in deze samenleving waar God jou roept.

Deze binnen- en buitencirkel herkennen we ook in het Bijbelgedeelte dat we hebben gelezen. In de eerste helft gaat het over christen zijn in de samenleving (3,22-4,1; buitencirkel). In de tweede helft over geloven en gemeente-zijn (4,2-4; binnencirkel). De verzen 5 en 6 bevatten informatie bij de drempel /poort van binnen naar buiten. Ik begin bij de binnencirkel.

Wat zeg Paulus over de gemeente? Eerder: de gemeente is een liefdesgemeenschap, die leeft vanuit de liefde van Christus. Een avondmaalsvierende gemeente. Aan de avondmaalstafel leer je oprecht lief te hebben en oprecht te vergeven.

Hoe typeert Paulus in het gelezen Bijbelgedeelte de gemeente? Als een plek van gebed. De gemeente is een gebedsplaats. Staat in een wereldwijde gebedsbeweging. Wat leert ons dat over de gemeente als oefenplek voor buiten? Wat is bidden? Bidden is: in afhankelijkheid met God leven. Dat wil God ons hier leren, in afhankelijkheid met Hem leven. Bidden veronderstelt volharding, niet zo nu en dan bidden, maar steeds. Dat wil God ons hier leren: volharden. Het er onderuit houden. Bidden veronderstelt waakzaamheid, dat je niet in slaap valt. Dat wil God ons hier leren: waakzaam zijn. God wil ons hier ook leren danken. Niet alleen op dankdag, maar alle (zon)dagen. Niet alleen vragen. Vooreerst danken.

Paulus (man van gebed) vraagt om voorbede. ‘Bid ook voor ons/mij’. Hier wil God ons wederkerigheid leren. Niet alleen geven, ook ontvangen. Als bidder ook bereid zijn om voor je te laten bidden.

Zo ga je van binnen naar buiten. Als iemand die geoefend is en wordt (het is een leerschool) om in afhankelijkheid met God te leven. Geoefend om het vol te houden. Geoefend in waakzaamheid, dankbaarheid en wederkerigheid.

Zo gaan we van binnen naar buiten. Van kerk naar samenleving. Op de drempel van de kerk naar de samenleving geeft Paulus zijn lezers en ook ons nog een paar instructies mee. ‘Gedraag je verstandig tegenover ongelovigen. Gebruik de tijd die God je met hen geeft, goed. Zorg dat alles wat je tegen hen zegt, vriendelijk en interessant is. Geef duidelijk antwoord aan iedereen die je iets vraagt’ (BGT)

Zo gaan we van binnen naar buiten, als mensen die het spoor van Jezus willen volgen.

Hoe werkt deze zondagse oefening door in het leven van elke dag? Wat neem je er van mee naar huis, naar je werk en naar school? Hoe ben je christen op de plek waar God je roept? Dat kan ik jou niet voorschrijven. Dat is een ontdekkingstocht. Wij moeten vaak, net als Daniël in Babel en de eerste christenen in het Romeinse rijk, opnieuw ontdekken / uitvinden hoe je in een moderne samenleving geloven handen en voeten kunt geven.

Hoe werkt deze zondagse (godsdienst)oefening door in het leven van elke dag? Paulus past het toe op drie leefgebieden: op het huwelijk (18-19), het gezin (20-21) en het werk (22-4,1).

We gaan van binnen naar buiten, als mensen die het spoor van Jezus willen gaan volgen. Neem Jezus mee naar buiten. Besef dat Hij (Jezus) /God ook daar is. Laat dat bepalend zijn voor wat je daar doet en zegt.

Voor huwelijk en gezin: vrouw: zie achter je man Christus staan. Accepteer zijn gezag. Man: Zie achter jouw vrouw Christus staan. Laat de liefde stromen, zodat je emoties niet bevriezen en je niet bitter bent tegenover je vrouw. Kinderen: zie achter jouw vader, moeder Christus staan. Wees hen gehoorzaam in alles wat recht en billik is. Vaders (moeders): vit niet op je kinderen. Maak ze niet klein. Zegen /bevestig hen.

Wat Paulus zegt over de werkvloer staat ver bij ons verdaan. Hij heeft het over heren en knechten. Slavernij. Hij keert zich daar niet tegen. Laat dat staan, maar zegt onderwijl wel revolutionaire  dingen. Omdat hij met de ogen van God er naar kijkt. Dat is een opsteker voor de slaven (werknemers) en werkt nivellerend richting de basen (werkgevers).

Neem Jezus mee van binnen naar buiten: ook naar je (betaald en onbetaald) werk. Wat je ook doet, doe het voor Jezus. Dan krijgt alles wat je doet betekenis. Dat maakt wat je doet duurzaam. Alles wat je doet uit liefde voor Jezus houdt zijn waarde en zal blijven bestaan. Je wordt er eens voor beloond.

Neem Jezus mee van binnen naar buiten. Wees daar (buiten) eerlijk en oprecht. Met ontzag voor God. Neem naar buiten mee wat je hier binnen hebt geleerd: leef en werk in afhankelijkheid met God. Betrek Hem bij alles wat je doet en zegt.

En als je als slaaf wordt behandeld? Kom op voor je rechten, dat wat is afgesproken. Laat je bij onrecht niet klein maken, je waardigheid niet ontnemen. Weet op tijd het lost te laten en het in Gods handen te leggen. Hij waakt over het recht. Hij doet recht en bestraft (nu of straks) onrecht. Niemand gaat vrijuit.

We gaan vanuit deze oefenplek straks weer naar buiten, naar de plek waar God ons roept. Grijp daar de kansen door God u gegeven.

Amen.