In NRC las ik pas een spetterende column ‘Oude linkse rakkers’ van Caroline Trujillo. U kent haar misschien niet. Ze is schrijfster, fel dierenactivist en komt oorspronkelijk uit Uruguay. Ik citeer er een stukje uit.
‘De meest linkse president waaronder ik staatsburger was, was de Uruguaanse Pepe Mujica. In het laatste interview dat hij de BBC gaf, zei hij dat mensen een doel in het leven nodig hebben. Voor mensen met een doel -zij het de wereld een betere plek maken of een molecuul isoleren- wordt spullen kopen secundair. Zonder doel loert het gevaar dat de markt je inkapselt. Dan werk je alleen om spullen te kopen en aflossingen te betalen. “Dan ben je functioneel voor de mechanismen van de markt en uiteindelijk verwar je hebben met zijn.”
Links of niet, op zulke preken ga ik als wind op de woestijn. Mujica pleit voor soberheid. Hij was de president die in een Volkswagen Kever reed. Die tijdens zijn ambtstermijn bedankte voor de presidentiële residentie en met zijn vrouw in hun driekamerwonming bleef. Met meer leiders als hij was de mensheid misschien niet dit overconsumerende gedrocht geworden: leiders die miljardairs tot miljonairs zouden belasten, die luxeconsumptie aan banden zouden leggen. Die niet leiden conform de markt, maar die burgers beschermen tegen marktwerking.’
Ik moest bij wat Trujillo schrijft aan verschillende stukjes uit het evangelie denken. Zoals ‘de gelijkenis van de ware rijkdom’, de aanduiding is van dr. Jos de Heer die een prachtig commentaar op Lucas schreef. Deze gelijkenis (Luc.12:16-21) is beter bekend als die van de ‘rijke dwaas’. Ook deze verwart hebben en zijn. In de paar regels waarin hij met zichzelf overlegt, zegt hij zeven keer ‘ik’. Zijn bezit blaast zijn ego-bewustzijn op; dat is wat materialisme met je doet. Wat hij niet doorheeft, is dat je leven een geschenk is van God. ‘Leven is geen bezit en bezit is geen leven’, het leven in zijn volheid kun je slechts ontvangen. De rijke dwaas zondigt, hij mist zijn doel.
Ook schoot me Jezus’ ontvangst door Martha (Luc.10:38-42) te binnen. Haar zus Maria is al bij Jezus’ voeten gaan zitten, voordat je hoort dat Hij onderwijs geeft. Haar ontvankelijke houding is die van een mannelijke leerling, zo werd er naar rabbijnen geluisterd. Maar Maria is een vrouw. Ze gedraagt zich erg vrij, eigenlijk aanstootgevend. Martha (=’meesteres’) beklaagt zich. ‘Heer, gaat het u niet ter harte dat mijn zuster mij achterlaat om alleen te dienen.’ Dat ‘achterlaten’ is belangrijk. Het wordt ook in Luc.5:11 gebruikt, als Petrus en twee anderen hun scheepje achterlaten om Jezus te volgen. Met krachtige woorden wijst Jezus Martha terecht. Om iemand te zijn, om werkelijk van dienst te kunnen zijn, moet je kunnen horen en ontvangen.
‘Slechts één ding is nodig’, dat geldt zelfs van Jezus. Hij zit niet te wachten op een uitgebreid feestmaal. En zelfs Hij heeft het nodig om als een leerling te horen naar het woord van God’. (Vgl. Jes.50:4) Dit ‘uitkiezen van het goede deel’, is in een tijd waarin we geagiteerd en rusteloos bezig zijn heilzamer en meer nodig dan ooit. Als u dit eens tot doel maakte deze Veertigdagentijd..
Ds. Treuren