Een knap staaltje legendevorming!?

Relikwieën: weet  u nog wat dit zijn? De handel in relikwieën vormde één van de redenen van de Hervorming. Iedere kerk aasde op kostbaarheden als een splinter van Jezus’ kruis, een naald uit zijn doornenkroon, maar ook kledingsstukken van heiligen en martelaren. In vitrines werden deze schatten tentoongesteld. In Italië, Spanje en Portugal kun je er vele zien.

Om er een relikwie (=’restant, overblijfsel’) te bemachtigen moest je als kerk flink dokken. Maar de pelgrims die ze kwamen vereren en er heil van verwachtten brachten geld in het laatje. U begrijpt dat het een handel was in wind.

Kleren die kracht geven

Toch knoopt deze misstand (zoals vaak) bij iets uit de Bijbel aan. Zo worden in Efeze de zweetdoeken en schorten die Paulus op de huid gedragen heeft afgepakt en op zieken gelegd. Op slag worden ze genezen, de kwade geesten vluchten weg. (Hdl. 19: 11-12) Ongelofelijk! Een staaltje legendevorming, zeggen kritische Bijbelcommentaren. Paulus hoeft er zelf niet eens aan te pas te komen. Zijn kleren worden hem van het lijf gerukt. En dat volstaat.

’t Is alsof die kleding van Paulus geladen is. Iets dergelijks zie je bij Dorcas. Wanneer ze gestorven is en opgebaard ligt, wordt ze omringd door vrouwen die Petrus de lijfrokken laten zien die zij gemaakt heeft om ‘de naakten te kleden’. Haar warmte hing daar nog in. Ze lieten die met liefde door hun vingers gaan. Zoals ook weduwnaars en weduwen de kleding van hun man of vrouw betasten, eraan ruiken of hun hoofd erop leggen.

Ik moest ook denken aan voetballers die hun shirts uitwisselen. De transpiratie, het zweet van de tegenstander inspireert. Supporters zijn blij als ze er één van een idool kunnen bemachtigen. Trekken ze zo’n shirt aan dat zijn ze zelf even die topspeler!

Een stralende huid

Wat je in Handelingen ziet is dat de heiligheid van God, de kracht van Jezus Christus die Paulus bezielt zich van zijn kleren eigen maakt. Opvallend daarbij is de nadruk op het feit dat Paulus deze op de huid gedragen heeft.

De huid die we hebben is een omhulsel. We worden erdoor beschermd. De Here God geeft de mensen die gevallen is vellen van dieren, staat er in Gen.3: 21. In de Joodse traditie vertelt dat God hem de huid als van een dier geeft. Want oorspronkelijk werd de mens omstraald door licht. Hij weerspiegelde de heerlijkheid van God.

Bij Mozes schijnt dat licht dwars door zijn huid heen. Wanneer hij gesproken heeft met God, moet hij een doek om zijn gelaat doen. De Israëlieten kunnen de gloed niet verdragen. (Ex.34: 29-34) Bij Paulus zie je dit verschijnsel dus ook. Bij mensen die God lofzingen of die gaan sterven, zie je soms dat hun huid, hun gezicht gaat stralen. De heiligheid, de kracht van God doordringt de stof, de materie waaruit wij zijn gebouwd.

ds. Treuren