Samenvatting van de preek van zondag 10 mei 2020. (Focus themadienst)  

De dienst is te bekijken via LIVESTREAM en te beluisteren via KERKOMROEP.

Bijbelgedeelten: Lucas 14, 1-14 (NBV).
Thema: ‘Gastvrijheid en openheid’.
Voorganger: ds. Jelke de Jong (dominee@deacker.pknpijnackerdelfgauw.nl).

Gemeente van Jezus Christus,

Waar denk je aan bij openheid en gastvrijheid? Ik denk aan een open hart en een open huis. Gast aan tafel. Bij Focus komen deze thema’s aan de orde als kenmerken van de christelijke gemeente. Wij zijn, als het goed is, een open en een gastvrije kerk. Iedereen mag hier binnenkomen en voelt zich hier hopelijk thuis.

Maar in coronatijd mag hier nauwelijks iemand binnenkomen. Niemand wordt expliciet genodigd. Integendeel: (bijna) iedereen wordt geadviseerd thuis te blijven. De kerkdeuren zitten (meestal) dicht.

Is het thema ‘gastvrijheid en openheid’ in coronatijd van de baan? Parkeren we het voor betere tijden? Moeten we het in coronatijd doen met een dunne (aangepaste) Bijbel? Nee. We staan voor de uitdaging om bekende Bijbelwoorden opnieuw te spellen. Om vervolgens te ontdekken wat deze oude woorden ons te zeggen hebben in deze nieuwe situatie.

Wat leert de Bijbel ons over gastvrijheid? Openheid en gastvrijheid horen tot het wezen van God. God heeft een open en gastvrij hart. God heeft het heil van iedereen op het oog. Uit liefde voor de wereld zond Hij zijn Zoon en kwam Jezus. Zo Vader zo Zoon: Jezus stierf voor het behoud van alle mensen. Via Israël had Hij de volken op het oog.

God heeft niet alleen een open en gastvrij hart, maar ook een open en gastvrij huis. In de tempel mochten de niet-joden niet verder komen dan de voorhof der heidenen. Maar God droomt van een huis van gebed voor alle volken.

Openheid en gastvrijheid horen er dus integraal bij. Bij God. Bij het geloof. Bij de geloofspraktijk. Het is geen luxe. Het valt niet onder de bonuspunten. Het vloeit voort vanuit een leven met God. Gastvrijheid was in Israël een plicht. Het hoorde er bij en de ander hoorder er bij: omdat hij /of zij een volksgenoot was of een mede schepsel van God. Gastvrijheid heeft dus te maken met verbinding en betrokkenheid. Vanuit de verbondenheid met en de betrokkenheid van God op zijn schepping/schepselen en volk, weten wij ons op elkaar en op de ander betrokken en verbonden.

In essentie gaat het bij gastvrijheid dus in eerste instantie niet om open kerkdeuren, maar om een open en gastvrij hart. De kerk, dat ben jij. U bent Gods akker. Openheid en gastvrijheid gaat via u, jou en mij. Altijd. Niet alleen in coronatijd.

Bij gastvrijheid gaat het in eerste instantie dus om een open en gastvrij hart. Hoe vrij ben jij? Hoe groot is je hart? Wie zijn ingesloten? Wie uitgesloten? God leeft met een open vizier. Hij heeft iedereen op het oog. Hoe open zijn wij? Wie heb je op het oog? Wie zie je niet (staan)? We kijken gekokerd, ook in deze coronacrisis. Zijn we ons dat bewust?

Waar wordt gastvrijheid door gekenmerkt? Door liefde. Door (weder)liefde voor Gods gastvrijheid voor ons. Hoe kleurt liefde gastvrijheid? Als je het uit liefde doet, doe je het niet voor jezelf, maar voor de ander. Onbaatzuchtig. Onberekenend. Niet om er zelf beter van te worden. Niet om zelf weer (meer) terug te ontvangen. Geen voor wat, hoort wat (Lc. 14, 12-14). Wanneer je het uit liefde doet, mag het wat kosten: van je tijd, geld, gaven, huis etc.

God heeft iedereen op het oog. Jezus kijkt inclusief. Vanuit (weder)liefde is het makkelijker om met de ogen van Jezus naar de ander te kijken: Inclusief. Niet eigen eerst, maar de minste het meest. Matteüs 25: mensen in de knel, marge, rafelrand. Daklozen, gevangenen, zieken, kinderen.

Liefde geeft openheid en ontvankelijkheid (onbevooroordeeld). Dat geeft verwondering en leidt soms tot verrassing. De schrijver van de Hebreeënbrief constateert: ‘Zonder het te weten hebben sommigen engelen ontvangen’.

De gemeente is een open en een gastvrije kerk. Een verwelkomende kerk: in haar kerkdiensten en activiteiten, bv maaltijden. In coronatijd: woensdagavond open kerk.

Thuis: een gast aan tafel vragen. In coronatijd: een maaltijd voor iemand maken, even bellen, boodschappen doen, koekjes bakken, een kaatje schrijven, bidden. In coronatijd zijn openheid en gastvrijheid actuele thema’s die we (gedeeltelijk) nieuw mogen invullen.

In deze crisistijd staat alles onder druk. Dat leidt soms tot onbalans. Iemand schrijft: ‘Ik werk in het onderwijs en hoor tot de risicogroepen. Ik kan na de meivakantie niet naar mijn werk gaan. Dat voelt niet fijn. Je voelt je machteloos. Je wilt iets doen, maar je kunt het niet. Iemand anders moet mijn werk overnemen. Voor mij voelt dat moeilijk, maar ik moet het accepteren dat mijn collega dit met liefde doet en dat zij er niets voor terug wil hebben’.

Letter daar op. Sommigen moeten noodgedwongen een stap terugdoen, ook tav dienstbaarheid en gastvrijheid. Heb daar begrip voor.

Wij zijn doeners, maar maak de ander niet afhankelijk van jou. Ook op dat punt kan er onbalans optreden. Maak door jouw gastvrijheid de waardigheid van de ander niet kleiner, maar groter.

In de voorbereiding van deze preek wees iemand van het Focusteam mij op Lucas 10,3-7: ‘Ga op weg en weet: ik stuur jullie als schapen onder de wolven. Neem geen geldbeurs mee, geen tas, geen schoenen. Groet onderweg niemand. Waar je ook binnengaat, laat het eerste wat je zegt, zijn: vrede voor dit huis. Woont er iemand die de vrede is toegedaan, dan blijft je vredewens op hem rusten; zo niet, dan zal die vredewens bij je terugkeren. Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt; de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere’.

Dit gedeelte roept ons op niet alleen gastheer/gastvrouw te zijn, maar ook gast. Wanneer je bij iemand ontvankelijkheid voor het evangelie opmerkt, zoek dan naar mogelijkheden om even of voor langere tijd in zijn / haar leven als gast te mogen verblijven om de anders iets meer te mogen vertellen over God en de hoop die het geloof geeft.

Gods hart en huis is ruim. Wat zou het fantastisch zijn wanneer door onze openheid en gastvrijheid ook anderen dat gaan ontdekken.

Amen.