Van Abraham wordt verteld dat zijn tent ‘openstond naar alle zijden’. Dat kan in feite niet, dan valt een tent om. Er wordt mee bedoeld dat hij open en ontvankelijk in het leven stond. Hij schermde zijn privé niet angstvallig af zoals wij soms doen. Nee, hij stond uitnodigend in het leven.
Er is een midrasj die vertelt dat de Heer die ochtend de zon de vrije teugel had gegeven. Drie dagen terug was Abraham besneden. Hij had pijn. Hij had zijn energie nodig om te herstellen. Als een koperen bal straalde de zon om Abraham te ontlasten. Maar hij was onverbeterlijk. Hij stuurde zijn knecht Eliëzer erop uit om te zien of er reizigers op weg waren die wat schaduw, water en brood wel konden gebruiken. Eliëzer kwam terug: ‘Ik heb niemand gezien’. ‘Dat kan niet, zei Abraham, dan ga ik zelf kijken’. Hij maakte zich gereed en het volgende moment zag hij drie mannen.
‘Het tonen van gastvrijheid is een cultuur’ las ik. Mooi gezegd. Wij denken bij cultuur aan musea voor Schone Kunsten. Aan schilderijen en beelden. Muziek, dans, ballet etc.. In Antwerpen moet het heropende museum betoverend zijn.
Maar bij Abraham zit de cultuur in de menselijkheid. In de Bijbel telt je houding, de manier waarop je met een ander omgaat. Daar kunnen wij in ons land een voorbeeld aan nemen. Zoals hij zichzelf opzij zet, ook al heeft hij zijn dag niet. Hij denkt niet: ‘Ook dát nog’, maar komt in beweging. Het verhaal komt pas tot rust, wanneer zijn gasten onder de boom zitten te eten. Die boom, zegt Rashi, is een symbool van de Thora, de boom des levens. In de schaduw van die boom, voor wie God en zijn naaste dient, is het goed leven. Die boom werpt zijn vruchten af.
Wat je bijna vergeten zou, is dat Abraham zich uitslooft voor volslagen onbekenden. Hij heeft deze drie niet uitgenodigd. Als wij ons druk maken om gasten te ontvangen, is dat op vaak afspraak. Meest lang van te voren. Anders komt het niet gelegen. Met Kerst of mogelijk met Sinterklaas, verwacht je de familie weer of goede vrienden.
Opvallend is ook het eerbetoon van Abraham. Hij buigt zich ter aarde. Dat is iets Oosters! Ja, dat doen wij zo niet. Dat zou mal zijn. Maar dat je een ander zijn of haar eer geeft en tegemoet treedt als mensen die in het beeld van God geschapen zijn, is iets om Abraham in te imiteren.
Zoals in Ter Apel vluchtelingen wekenlang buiten sliepen en zoals ze nu in AZC’s opgehokt zitten, is eerloos. Iets schandaligs. Ik schaam me er vaak voor Nederlander te zijn. Zoals Frontex, mede uit naam van ons land, op zee grof geweld niet schuwt en vluchtelingen de dood indrijft. Wat is dat voor een cultuur en wat zijn dat voor normen en waarden die zo worden verdedigd?
Stel je voor dat de herbergier in Bethlehem geweten had wie er voor zijn deur stonden die Kerstnacht. Hij had zijn gasten met een diepe buiging binnengelaten. In wie staat het joodje Jezus, de Messias, bij ons voor de deur? ‘Ik had honger, dorst, ik was vreemdeling, ik was naakt.. En jullie?’ Laten we voor zover het aan ons ligt de menselijkheid niet vergeten.
ds. Treuren