Dat is de titel van een artikel dat ik las in het blad ‘EO Metterdaad’. Het artikel gaat over het noorden van Kenia. Daar lijden mens en dier zwaar onder de ergste droogte in veertig jaar. Vanwege de klimaatverandering valt er vrijwel geen regen. Steeds grotere stukken grond veranderen in een woestijnlandschap. De mensen die hier wonen zijn vrijwel allemaal herders. Ze zijn afhankelijk van hun dieren en van de graslanden. Maar het vee sterft massaal en steeds meer grond wordt onbruikbaar. Een rampzalige situatie. Een triest landschap.
Dit is mede het gevolg van het feit dat afgelopen decennia miljoenen bomen zijn gekapt. Dat deden de rondtrekkende herders onder meer omdat ze gewend zijn altijd op houtvuur te koken en het groen diende als veevoer. Door de ernstige droogte herstelt de natuur zich niet meer vanzelf en werkt het verwoesting in de hand.
Hét antwoord op de extreme droogte in Kenia ligt onder de grond. In 1983 ontdekte de Australische zendeling en landbouwkundige Tony Rinaudo dat er op plekken waar ooit bomen groeiden, volop oude, nog springlevende wortelstelsels in de bodem te vinden zijn en dat je uit hun loten nieuwe bomen kunt laten groeien. Deze wortels rijken namelijk tientallen meters diep. Zelfs als de regens uitblijven, vinden ze voldoende vocht en voedingsstoffen.
Binnen drie tot vijf jaar groeiden er weer volwassen bomen. Er ontstonden weer kleine bossen. De nieuwe bomen hebben een positief effect op hun omgeving. Er komen vruchten, waardoor mens en dier gevarieerd kunnen eten. Onder elke nieuwe boom groeit gras, voedsel voor de dieren. Bomen zorgen voor verkoeling en gaan verwoesting tegen. Ook kunnen er bijen op de bomen afkomen, waardoor honing geoogst en verkocht kan worden. Zo herrijst in het noorden van Kenia de hoop, boom na boom.
Bij het lezen van bovengenoemd artikel moest ik denken aan Job 14 vers 8: ‘Al wordt de wortel in de aarde oud, al gaat zijn stronk dood in de grond, zodra hij water ruikt, bot hij weer uit en vormt twijgen, als een jonge scheut’. Wat Rinaudo in 1983 ontdekte, was in de tijd van het Oude Testament blijkbaar al bekend.
Ik moest ook denken aan Jesaja 11, 1. Een veel gelezen tekst in de tijd van Advent en Kerst. De tekst luidt: ‘Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei’.
De boodschap van de Bijbel is: ‘Er is levende hoop, gegronde verwachting. Ook als alles duister is’. Let op de levenskracht in de schepping. Kijk naar Jezus, het Kind in de kribbe, de Man Van Smarten, de Opstanding en het Leven.
Het rode bloed, zijn koningskleed
bedekt het schandelijk kruis,
dat wordt door alles wat Hij leed
de levensboom van ’t paradijs (Lied 578: 4).
Dankzij deze Levensboom mag in deze crisistijd ook bij ons de hoop steeds weer herrijzen.
Een hoop die leven doet.
Ds. Jelke de Jong
18 november 2022