Levenslessen

Boeken waar je bezorgd van wordt of die je juist inspireren zijn er veel. Maar een boekje, -want het is een dunnetje van 158 bladzijden-, dat je activeert en opwekt tegen de stroom in te zwemmen is een zeldzaamheid. En precies dat doet ‘Levenslessen van een rabbijn’, opgetekend door Annemiek Leclair uit de mond van de nu tachtig jaar geworden rabbijn Awraham Soetendorp.

Op de achterkant staat dat Soetendorp hierin de belangrijkste inzichten deelt die hij opdeed ‘in een rijk en bevlogen leven, dat getekend werd door de oorlog en de gevolgen daarvan. Waar het om gaat, betoogt hij, is dat woede en verdriet niet de overhand krijgen, maar dat de balans doorslaat naar optimisme’. Dat bijna onverwoestbare optimisme spettert van bijna elke bladzijde. ’t Is een boekje om in de buurt te hebben als je bij de pakken dreigt neer te zinken.

Herinneringen ophalend vertelt Soetendorp dat hij als beginnend rabbijn een arts bezocht die net zijn vrouw verloren had, een moeder van jonge kinderen. Hij voelde zich totaal ontredderd, face to face met deze man.. De arts zag zijn verwarring en bood aan om koffie voor hem te halen. ‘Toen ik wegging, schaamde ik me. Hij had mij gerustgesteld in plaats van andersom.’ Later blijkt dat juist dit de arts goed deed. ‘Hij voelde mijn verdriet. En ik mocht hem een beetje geruststellen, dat heeft mij zo geholpen’. De passage die dan volgt, citeer ik letterlijk.

‘Het enige dat ik heb willen doen, is dichterbij komen in de duisternis. In de uitwisseling, in de nabijheid ligt troost, voor beide partijen. Ik heb in mijn leven en zeker als pastoraal werker geprobeerd om op momenten dat de ander overweldigd of verscheurd was samen te worstelen. Naar buiten of naar boven. Om er te zijn, gewoon te zijn. Soms in stilte, soms hand in hand, helemaal niet met grote of kleine woorden, en dan samen te proberen de uitgang te vinden. Naar een chassidische uitspraak: iemand staat in de modder en je probeert hem er niet uit te halen door vanaf de kant aan hem te trekken maar door bij hem te gaan staan en je samen uit die modder te worstelen.’

De afsluitende regel vind ik prachtig. ‘Als je werkelijk deelhebt aan de worsteling, de pijn, dan heb je ook deel aan de troost en het geluk’.

Ik moest denken aan Jesaja 63,vs.9: ‘In al hun benauwing, was het Hem benauwd. De engel van zijn aanschijn heeft hen bevrijd’. ’t Woordje ‘engel’ staat de oude Bijbelvertaling met een hoofdletter geschreven. Dat is omdat ze daar Jezus Christus in lazen. In Hem is de Here die zo ontzagwekkend groot is in de modder gaan staan. Hij die gekruisigd werd, is in staat ons te redden.

ds. Treuren