Column van Ds. Cor Baljeu in Telstar van 23 december 2015

Doe als God, wordt mens

In Psalm acht staat dat de mens bijna goddelijk is gemaakt. Helaas vergeet de mens het woord ‘bijna’. De mens denkt God te zijn. Die vrucht is ook zo verleidelijk, net als toen in de tuin van Eden. De slang in de tuin van Eden siste en zei dat het wel meeviel met die vrucht. ‘Net als God worden, dat is toch veel leuker dan gewoon mens wezen?’, zo siste en (be)sliste de slang. De mens Adam nam een hap van de appel, echter het bleek geen appel, maar een appèl: schoenmaker blijf bij je leest! Helaas, de mens begreep dit niet en is sinds die goddelijke hap behept met hoogmoed. Later wilde de mens God bereiken en bouwde een hemelhoge toren. De mens bleek nog altijd last te hebben van een stukje adamsappel in de keel: hoogmoed zat hem nog altijd dwars. Hij hoorde alleen nog maar zichzelf, die ander verstond hij niet meer. Hij was zo met zichzelf bezig, hij blies hoog van de toren, viel ervan af en kwam met beide benen op de grond.

Zodra de mens god wordt gaat het mis, dan valt hij. Zo ontstond het spreekwoord ‘hoogmoed komt voor de val’. De wijze koning Salomo noteerde dit in het Bijbelboek Spreuken, zodat de mens het niet zou vergeten.

De koning wist echter niet dat de mens dit boek op zeker moment niet meer interessant zou vinden. Men liet het ongelezen staan. Het boek staat nu in de boekenkast als aandenken aan tijden van weleer. De mens kijkt ernaar, glimlacht en denkt: ‘…dat er ooit mensen waren die in dat boek geloofden! Gelukkig ik ben niet zoals zij…’. Ook dit was een aanval van hoogmoed. Er zouden er nog vele volgen en hij zou nog vele malen vallen. En hij begreep maar niet hoe dat nou kon.

Zo was ooit de westerse mens erg trots op zijn manier van leven. Toen deze werd aangevallen werd hij boos. Hij wilde zijn vorm van leven opdringen aan alle landen, desnoods met geweld. Dit geweld echter zaaide haat en toen die haat ontkiemde verdween de vrede op de westerse aarde. Sindsdien leeft de westerse mens vol angst, achterdocht en wantrouwen.

Nu kan hij alleen nog maar zingen en dromen over vrede op aarde, een engelenlied. Gezongen omdat nu niet de mens god werd, maar God werd mens! Als baby lag Hij in een veevoederbak. Stoere herders knielden voor hem en sindsdien worden ze herdertjes genoemd. Deze baby ontving een vrucht, de vrucht van Gods Geest. Die zit vol liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Kniel voor deze baby, en je zult zien: je wordt mens!

Ds. Cor Baljeu