Leven in competitie

Is er in een kerkblad ooit geschreven over de teen van Lieke Martens? Of over de knie van Tom Dumoulin? Als dit abracadabra voor u is, dan volgt u vast niet het sportnieuws. En dat terwijl half Nederland (6 miljoen mensen!) voor de buis zat om de voetbalprestaties te volgen van de Leeuwinnen uit Holland tegen de topvrouwen uit Amerika.

Vroeger hadden we het dan al gauw over sportverdwazing. Maar dat is anders geworden. Sport is een van de populairste ontmoetingen geworden tussen mensen en volken. Winnen of verliezen, voor jezelf of voor je  volk, wat is dat belangrijk. En wat vallen er veel tranen, van vreugde of teleurstelling, bij dat alles. Leven zonder sportieve krachtmetingen, dat kunnen we ons haast niet meer voorstellen.

Ik wil daar best een goed woordje voor doen. De strijd op de sportvelden heeft in veel landen de rol overgenomen die vroeger door wapengeweld ingenomen werd. Dat is vast een vooruitgang. Je kunt beter tegenover elkaar staan met respect voor de tegenstander, én voor de regels van het spel, dan dat je de ander kapot wilt maken koste wat het kost.

Ik ga nu wel erg kort door de bocht. Sport in plaats van oorlog?? Was het maar waar…Een wereld zonder geweld, die is nog altijd eindeloos ver weg. Maar wat ik bedoel is kort gezegd: er zijn verschillende manieren van omgang tussen mensen en volken. Er is oorlog en gevecht, mensen die elkaar bestrijden op leven en dood. Er is de competitie, een zachtere vorm daarvan, met verliezers en winnaars, met ellebogenwerk, leven in het teken van de macht, je ziet het overal, in politiek en economie, en ja, ook op het sportveld. Er  is ook iets heel anders: de positieve verbinding, waarbij we ruimte maken voor de ander, ruimte voor groei en samenleven. Mensen zijn dan niet in de eerste plaats elkaars concurrenten, we delen met elkaar onze wereld en onze mogelijkheden, we leren van elkaar, we genieten van elkaar en af en toe voelen we in de ander de aanwezigheid van God in onze wereld.

Er zijn veel meer kleuren en meer nuances rondom dit onderwerp dan hierboven aangeduid. Maar soms heeft een verhaal in zwart-wit ook zijn nut, hoop ik…

Richard Klijnsma