Natriltijd
Buiten om ons heen komen de sneeuwklokjes langzaam de grond uit. Ze veren op na een kale periode. Het brengt ons bij de lente en het voorjaar. Het brengt ons bij de stip op de horizon waar zo naar verlangd wordt. Want wat is er veel stilgevallen en wat is het ingewikkeld om met elkaar zoveel geduld op te moeten brengen.
Toen Covid-19 zich vorig jaar meldde bevonden we ons midden in de Veertigdagentijd. Toen was Pasen een stip op de horizon en werd het feest van de Opstanding meer dan ooit als een doorbraak gevoeld. We hadden niet kunnen vermoeden hoezeer het ons nu nog steeds in de greep zou houden. Ik merk dat ik hierdoor anders naar Pasen toeleef dit jaar. Het is nog stiller en nog meer ingekeerd. Alle kerkelijke activiteiten liggen in deze woestijnperiode, in de dubbele zin van het woord, vrijwel stil. Het gebouw wordt nog spaarzaam gebruikt. De digitale vensters van vele laptops of tablets zijn nu grotendeels het kerkelijk platform geworden. De kerk is de huiskamer en de studeerkamers binnen gekomen, meer dan ooit.
Naast alle moeite ervaar ik deze periode ook als een kans. Om helemaal opnieuw te beginnen. Om vanuit de lege kerk te ervaren hoe we nu eigenlijk kerk zijn, voor wie en op welke momenten. Het is bijzonder dat juist nu het gesprek met de samenleving op gang komt. Ik hoop dat we daar in de komende tijd de vruchten van kunnen plukken. Want zo wilden we al langer ‘Kerk naar buiten’ zijn en een open oog en oor zijn in deze tijd, een helpende en ontvangende hand bovendien. Zo wordt het op deze manier ook weer lente.
Naast het voorjaar wordt er in deze schrale tijd ook geoogst. Zo las ik onlangs het boek van de rouw- en traumatherapeut Riet Fiddelaers-Jaspers. Zij schreef vorig jaar een nieuw boek. De titel is: Natriltijd. Terugbuigen na de storm, Circle Publishing, 2020. Haar motto schreef ze voorin het boek en omdat het zo herkenbaar is, geef ik het hier graag weer:
Dankzij
de diepte van mijn wortels,
de bomen om mij heen
de nieuwe tere aanplant,
doorsta ik de storm
en buig ik langzaam terug.
Terugbuigen na een periode van tegenwind is niet vanzelfsprekend. Het is helaas niet iedereen gegeven. Zo zal niet iedereen ongehavend uit deze Coronacrisis tevoorschijn komen. Bedrijven, perspectieven en mensen vallen om. Terugbuigen gaat niet zomaar.
Riet Fiddelaers-Jaspers laat in haar boek zien hoe mensen na een storm in hun leven de luiken weer kunnen openzetten.
In de komende Veertigdagentijd kan het een thema zijn. Om te herbronnen en te verinnerlijken. Want het reiken tot aan de diepte van de Bron, als wortels van een boom, voedt de ziel. Dat gedeelte van ons leven dat in het voorjaar vraagt om hernieuwde aandacht. Van harte hoop ik dat deze ongekende tijd die we doormaken, ons hierin nieuwe kansen geeft om op een andere manier verbondenheid te ervaren: in onszelf, op afstand bij elkaar en in de intimiteit van Gods genade.
ds. Carla Schoonenberg-Lems