De kerk van de toekomst
De kerk is erg bezig met dé toekomst, en dat is beter dan dat ze bezig is met háár toekomst. De generale synode heeft een rapport uitgebracht, getiteld ‘Kerk naar 2025: een verkenning’. Begin dit jaar konden gemeenteleden een vragenlijst invullen (18.000 respondenten), de titel van die lijst: ‘Meepraten over de toekomst van de kerk?’ Filologisch een boeiende titel, want is de toekomst dan van de kerk? Is het niet eerder zo dat de kerk van de toekomst is, open en afhankelijk van ‘…wat de toekomst brengen moge’? Gelukkig heeft Woord & Dienst, opiniërend magazine voor Protestants Nederland, de afgelopen maand voor die volgorde gekozen: ‘de kerk van de toekomst’.
Het eerste artikel is een interview met een emeritus predikant, die direct na zijn emeritaat verhuisde naar een kerkvrije wijk, Almere Poort: een wijk van de toekomst. En hij spreekt met een bevlogenheid alsof hij nu pas echt vrij is om te werken.?Hij ging daar samen met zijn vrouw pionieren vanuit de overtuiging dat kerk en geloof goed zijn voor mens en samenleving en van betekenis wil zijn voor de mensen in Almere Poort. In dat interview doet hij een aantal prikkelende uitspraken:
- ‘Het failliet van de kerk is dat wij heel vaak doen alsof het om de kerk gaat, terwijl het Jezus om het Koninkrijk gaat.’
- ‘Het is maar goed dat de kerk krimpt: komen we er tenminste achter dat het roer echt om moet. Maar: krimp kan ook leiden tot kramp, tot conservatisme met behoudende en angstige reacties: …je weet wat je hebt, niet wat je krijgt.’
- ‘Komen we bij elkaar voor religieuze zelfbevrediging of als groep mensen die weet dat ze lichtend licht en zoutend zout zijn?’ Niet als zout in een zoutvaatje, maar zout dat door de pap gestrooid wordt, de pap die samenleving heet (C.B.).
- ‘In kerken zijn we te gevoelig voor gemopper van ouderen, daardoor kunnen we niet radicaal kiezen voor jongeren. En als we kiezen voor jongeren, doen we dat dan vanwege het eigen voortbestaan? Uit zelfbehoud, want we moeten toch opvolgers hebben? Of kiezen we daadwerkelijk voor het belang van jongeren?’
- ‘In Almere Poort is minder dan 1 procent lid van de PKN, dit zijn jonge mensen, die niet weten dat ze überhaupt lid zijn van deze kerk. De generatie die de kerk zo slecht kent, dat ze er zelfs geen slechte herinneringen aan heeft, zoals veel oudere mensen die wel hebben.’ Je kunt geen herinneringen hebben aan iets wat je niet kent (C.B.). ?De vraag: ‘hoe kunnen we de jeugd vasthouden?’ is in deze een boeiende. Moet de vraag niet eerder zijn: ‘hoe kunnen we de jeugd loslaten?’ en dat de kerk ondertussen vormend en toerustend een vraagbaak voor de pijnscheuten en de existentiële vragen blijkt te kunnen zijn, waarmee dit losmakingsproces gepaard gaat? Dan is de kans groter dat de kerk in de toekomst – in welke vorm dan ook – nog altijd kader heeft, dan dat we de jeugd, en dus de toekomst van de kerk, krampachtig vasthouden: kramp leidt tot krimp. De kerk is van de toekomst, de toekomst is niet van de kerk!
Ds. Cor Baljeu