Veni creator spiritus. Kom Schepper Geest. Een van de eigenschappen van God die we in de Bijbel leren kennen is creativiteit. God is een creatieve Geest. Op allerlei creatieve manieren heeft God de hemel en aarde geschapen: God schept. God spreekt. God ziet. God noemt. God scheidt.
God maakt. God zweeft over het water. God laat dingen gebeuren: het water dat samenstroomt, de aarde die planten en dieren voortbrengt. God zegent. En God rust. En dan heb ik het nog maar alleen over het eerste scheppingsverhaal, in Genesis 1.
De kerk zou daarmee ook een plek moeten zijn van creativiteit en innovatie. Niet een plek waar altijd alles nieuw moet zijn. Zoals in een reclame een nieuw product altijd als beter wordt gepresenteerd dan het oude. Maar traditie en innovatie mogen elkaar in de kerk scherp houden. Een kerk zonder creativiteit, is een kerk waar de Geest wordt gedoofd. Met name ook jonge mensen hebben in de kerk ruimte nodig voor nieuwe manieren om de ontmoeting met God en elkaar vorm te geven.
De coronatijd (die meer en meer achter ons ligt), was een tijd waarin elke kerk nieuwe vormen heeft uitgeprobeerd. Nu het oude normaal weer terugkeert, is het goed om te kijken wat we uit deze tijd van experimenten mee willen nemen. We kunnen als kerken veel van elkaar leren. Daarom deel ik wat innovaties die Kerk Delfgauw verder hebben geholpen in de afgelopen 2 jaar.
1. Challenges: samen met de landelijke Protestantse Kerk Nederland. De lokale innovatie QeRstwandeling (800 lokale deelnemers) werd samen met de PKN uitgebouwd tot een Paaschallenge (+- 50.000 deelnemers in NL) en Kerstchallenge (+- 2000 deelnemers in NL). Een uitgebreidere terugblik vind je hier. De truc was om om te denken naar een niet-evenement zodat de activiteit zelf in de strengste lockdown door kon gaan.
2. Kerk Delfgauw app: hoe blijf je verbonden? Dat was de grote vraag in coronatijd. We waren bezig met het uitrollen van een kerkapp en hebben daar ivm corona flink vaart mee gemaakt. Inmiddels zijn meer dan 200 mensen lid van de app (voor corona hadden we 225 kerkgangers per zondag, inclusief veel kinderen en tieners), dus er is een groot aantal mensen betrokken. Gebedspunten worden gedeeld, in de vraag&aanbod groep wordt flink wat gedeeld en gerecycled, spontane initiatieven groeien uit, en de communicatielijnen zijn kort.
3. Kinderkerk in speeltuintjes: als de kinderen niet in de kerk bij elkaar konden komen, en het was een beetje goed weer, dan was er kinderkerk in diverse speeltuintjes in Delfgauw. Ook de tieners gingen dan lekker naar buiten.
4. Hoe kinderen en tieners bij de kerk te houden, als alles alleen digitaal kan? Vanaf januari 2020 zijn we regelmatig Alle-leeftijden-kerkdiensten gaan houden. Door middel van toneelvormen, participatie via Voxvote op de telefoon, of interviews met bekende Bijbelse figuren werden mensen meer betrokken bij de dienst. We zijn het blijven doen (ok, ook omdat we te weinig kinderkerk leiders hebben).
5. Kerkterras: bij temperaturen tegen de 20 graden en hoger staat het kerkterras opgesteld. De plek om even iemand te ontmoeten en een kopje koffie te drinken, tegen een vrijwillige bijdrage.
6. Avondmaal: de viering van het Avondmaal moest regelmatig op een andere manier. Een vorm die fijn werkt was om op het kerkplein een tafel te plaatsen, waar mensen na afloop van de Avondmaalsdienst brood, wijn en een zegen konden ontvangen.
7. Feest van het Koninkrijk: in het seizoen 2020-2021 werkte we met een jaarthema en boekje: Feest van het Koninkrijk. Een gezamenlijke reis, die ons hielp om samen op te blijven trekken. Midden in een harde lockdown was er bijvoorbeeld nog een expositie van eigen kunstwerken langs het buitenraam van de kerk. Zo bleven we verbonden met elkaar en met God.
8. In de zomer van 2020 was er elke zondagavond ‘Chillchurch’. Een soort soosavond waarbij de jongeren even wat sociale contacten konden bijtanken.
9. We ontwikkelden mondkapjes met ‘geloof, hoop en liefde’, die ook nog eens op een sociale en duurzame wijze werden geproduceerd door lokale partners in Delft.
10. Vanaf 16 maart 2020 kon je je gehamsterde boodschappen komen opbiechten. Wij brachten ze naar de voedselbank.