Grote kleine verhalen

De Bijbel is vooral bekend vanwege grote verhalen: over Abraham en Izak en Jakob, over Mozes, over de uittocht uit Egypte en de tocht door de woestijn, over Saul en David, over Elia, over de geboor te van Jezus, zijn genezingen, zijn woorden, zijn lijden, dood en opstanding. Ik probeer niet volledig te zijn, want dat zou me niet lukken. Wat dan wel weer opvalt is de aandacht die het evangelie van Pasen tot Pinksteren heeft voor kleine ontmoetingen, kleine verhalen. Kleine verhalen in een tijd van grote feesten.
We leven in het kerkelijk jaar tussen Pasen en Pinksteren. De levende Jezus zet mensenharten in vuur en vlam. Gods Geest brengt mensen in beweging. Dat zijn grote woorden, maar nog eens, wat zijn de verhalen die verteld worden klein! Kleopas en zijn vriend zijn op weg naar huis in Emmaus. Ze krijgen daarbij gezelschap van een vreemde. Straks breken ze met elkaar het brood, en nog weer later komt hun terugblik op de ontmoeting met die vreemde: brandde ons har t niet in ons toen hij met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?
Nog zo’n klein verhaal, nu uit het evangelie van Johannes. Thomas, de nuchterheid zelve, rationalist, twijfelaar, heeft geen hoop meer. Totdat hij uitgenodigd wordt om Jezus’ wonden aan te raken. Hij doet het niet, hij heeft het niet meer nodig: hij weet voorgoed met wie hij te maken heeft.
Het grote verhaal komt tot ons in opvallend kleine verhalen. Huiselijke verhalen, zou ik bijna zeggen. Jezus komt vlakbij, maar niet als Triomfator, er klinken geen bazuinen, er juicht geen toon en er klinkt geen stem die galmt door gans Jeruzalem.., Jezus komt als naaste die met ons mee loopt, als de mens die wonden draagt.
Het evangelie tussen Pasen en Pinksteren brengt ons bij de naaste die ons bestaan in bloei zet, de naaste ook die zijn wonden toont, op zoek naar liefde en geloof.

Richard Klijnsma