Preek van Ds. Robert Stigter op 3 januari 2016

Gemeente, gasten in ons midden,

Het verhaal van de drie koningen of wijzen is overbekend. Het wordt misschien wel elk jaar gelezen. Het is een van die grote verhalen die je al als kind te horen krijgt. En dan fantaseer je over beelden, over drie koningen op grote kamelen. De een Arabisch getint, de tweede donker, de derde blank. Ze hebben 3 cadeaus bij zich. En ze knielen voor het kindje neer. Zo krijgen we toch weer dat warme kerstgevoel.

Maar voor de eerste christenen die dit verhaal te horen kregen was het geen normaal verhaal. Als je goed leest staat het bol van bizarre gebeurtenissen.

Een eerste bizar iets in dit verhaal is die ster. In kinderbijbels is de ster een soort TomTom die de 3 wijzen moeten volgen tot ze bij de stal komen. Waarschijnlijk zit het net iets anders. De wijzen waren vermoedelijk afkomstig uit Irak. Al eeuwenlang bestudeerden wijze mannen daar de sterrenhemel. En door te bestuderen hoe de sterren en planeten zich verplaatsten, probeerden ze vast te stellen wat er in de toekomst zou gebeuren: astrologie. De wijzen waren daar experts in. Plotseling zagen ze iets bijzonders: misschien wel de planeten Jupiter en Saturnus die ergens rond het geboortejaar van Jezus een soort planeetverduistering vormden. Dit jaar is een boek uitgebracht door Hoogleraar Astrofysica Peter Barthel en Hoogleraar Nieuwe Testament Geurt-Henk van Kooten van de Rijksuniversiteit Groningen waar die theorie wetenschappelijk onderbouwd wordt. Mogelijk hoorde ze bij gezantschappen die in deze tijd van vrede tussen het Romeinse en het Partische rijk heen en weer gingen. En als ze uiteindelijk worden doorgestuurd naar Betlehem zien ze de wonderlijke verschijning in de hemelsferen opnieuw en weten ze dat ze goed zitten.

Maar het bijzondere is niet zozeer die ster die zich zou gedragen als een TomTom. Het bijzondere is wie die wijzen zijn. Ten eerste zijn het buitenlanders, Babyloniërs waarschijnlijk, geen joden. Geen mens die op het idee zou komen dat niet Joodse edellieden, maar ketterse heidenen zo’n beetje als eerste bij Jezus op kraambezoek mogen komen. En ten tweede: die wijzen doen hun hele leven lang iets wat in het Oude Testament belachelijk wordt gemaakt: astrologie. De profeten maken de astrologie totaal belachelijk. Jesaja bijvoorbeeld: ‘Het kwade zal je overkomen en je weet het niet te bezweren. Ongeluk zal je overvallen en afwenden kun je het niet. Onverwachts komt de ondergang, waarvan je geen vermoeden had. Ga maar door met je bezweringsformules en met talloze toverkunsten waarmee je je van jongs af aan hebt afgemat: misschien kun je nog iets uitrichten, misschien laat het onheil zich afschrikken. Wat heb je je afgetobd met talloze raadgevers! Laten zij die naar de sterren staren, die de hemel kunnen uitleggen, die je per maand laten weten wat je overkomen zal, laten zij nu aantreden, laten zij je redden!’

En ondanks dat profeten, door God geïnspireerde mensen cabaretvoorstellingen houden over hoe belachelijk die Babylonische astrologie wel niet is, toch gebruikt God hier de kunsten van de Babylonische wijzen om hen naar de Messias te leiden. Heidenen nog wel. Wie had dat verwacht!

Maar er zit nog iets bizars in dit verhaal. In dit verhaal vind een confrontatie plaats tussen twee koningen. Als de wijzen in Jeruzalem aankomen vragen ze naar de pasgeboren Koning van de Joden. En als die andere koning, koning Herodes dat hoort schrikt hij heel erg: Wat?! Een koning geboren? Waarom weet ik daar niks van? Ik ben koning! En als Herodes zo schrikt voorspeld dat niet veel goeds. Hij was een wrede dictator. Met enige regelmaat liet hij zijn eigen vrouwen en kinderen ombrengen als hij ook maar even dacht dat één van hen een staatsgreep wilde plegen. En nadat hij de hogepriesters en schriftgeleerden heeft geraadpleegd, laat hij de wijzen in het geheim bij hem roepen. En in dat geheim klinkt zijn wreedheid al door. Het plan om alle jongetjes van twee jaar en jonger in en rond Bethlehem om te brengen, is dan al geboren. Want er kan er maar één de Koning der Joden zijn.

En tegenover die reactie Herodes, een reactie van verzet tegen de gekomen Messias, daartegenover staat de reactie van de wijzen. Als zij weer op weg gaan, uit Jeruzalem naar het kleine dorpje Betlehem. Zoals de ster hen heeft laten weten dat de Messias geboren is, laat de ster ook weten dat ze de Messias hebben gevonden. En als dat besef tot ze doordringt worden de wijzen gek van blijdschap. Matteüs heeft in het Grieks vier woorden nodig om dat weer te geven. Ze worden ongelofelijk fantastisch super blij!

Binnengekomen vallen ze op de grond neer, met hun hoofd raken ze de grond aan en ze aanbidden die nieuw geboren koning. En ze geven kostbare Koninklijke geschenken: goud, wierook en mirre.

En zo is het een diep ontroerend verhaal waarin allerlei emoties een rol spelen. De angst en het verzet van koning Herodes. En daartegenover de diepe vreugde van de wijzen, hun diepe aanbidding en hun grote geschenken voor de nieuwe koning.

En daarmee krijgen ook wij een rol in dit verhaal. Want wat doet de komst van de Messias met ons? Ervaren wij nog wel eens grote vreugde als we in de Bijbel lezen of in de kerk God aanbidden? Of lijken wij meer op Herodes? Kijk natuurlijk zijn wij geen wrede dictators die baby’s afslachten. Maar toch zit er iets in Herodes reactie wat we allemaal wel herkennen. Want de claim van het evangelie is dat Jezus koning is. En dan geen aardse koning met politieke en militaire macht. Hij is koning van een koninkrijk waar mensen anders met elkaar omgaan. Een koninkrijk van barmhartigheid, vergeving, liefde, geduld en vrede. En dat zijn dingen die niet uit onszelf voortkomen, maar uit God. Om mee te gaan in Jezus beweging van het Koninkrijk van God moet er eerst iemand anders op de troon van ons leven. Niet ik, maar God is Koning, hij bepaalt wie ik ben. Hij bepaalt wat goed is.

En dan lijken we vaak toch op Herodes. Wat? Jezus koning? Maar ik ben toch koning? Ik ben toch zelf de baas over mijn lichaam, mijn geld, mijn gezin, mijn carriére, mijn tijd? Maar uiteindelijk is die weg, de weg van het zelf controle hebben, zelf de baas zijn over je eigen leven, niet de weg van de Messias. Want het is een doodlopende weg: uiteindelijk ben niet jij de baas over je geld, maar je geld de baas over jou. Uiteindelijk ben niet jij de baas over je tijd, maar wordt je agenda bepaald door wat bedrijven en mensen aan je opdringen. Uiteindelijk ben niet jij de baas over je leven, maar wordt je bepaald door allerlei machten en krachten die aan je trekken.

En tegenover deze doodlopende weg, staat de weg van de Messias. Het is een weg die leidt tot vreugde: ongelooflijk fantastische super blijheid.

Maar waarom? Wat maakt dat de wijzen zo blij zijn? Waar kunnen wij blij over zijn?

Het verhaal vertelt ons iets over die Messias. De Messias is een leider die herder zal zijn voor Israël. En via Gods belofte aan Abraham, via de Messias die ook de Messias is voor de drie wijzen en in die wijzen voor alle heidenen, dus ook voor ons als niet Joden. Jezus is onze herder. Hij leidt ons. En niet als zomaar een herder, maar als de Goede Herder. Hij leidt ons naar groene weiden, hij laat ons rusten bij vredig water. Zijn stok en staf geven ons moed. Hij geeft zijn leven voor de schapen. Hij sticht een nieuwe kudde van Joden en Babyloniërs, herders en wijzen, arm en rijk, jong en oud, dorpelingen en vinexbewoners. Hij bevrijdt ons van alles wat ons onrustig maakt. Van alle dingen die controle over ons leven claimen. Omdat Jezus onze koning is. We mogen hem erkennen als koning van ons leven. Wij mogen voor hem neervallen, met ons hoofd op de grond, om hem te aanbidden. En de rust, die vrede hij ons zo brengt, daar mogen me blij over zijn. Ongelooflijk fantastisch super blij. Amen.